Restaurateur De Weerd: Oldtimer steeds vaker beleggingsobject
Dat het aantal oldtimers de afgelopen jaren sterk is gestegen, verbaast restaurateur Wim de Weerd niets. „Als het economisch slecht gaat, steken sommige mensen hun geld in auto’s. Daar pikken wij een graantje van mee.”
Classic & Exclusive in ’t Loo bij Oldebroek is een restauratiebedrijf gespecialiseerd in het plaatwerken en spuiten van oldtimers. De Weerd (45) en zijn zoon Gerrit (22) runnen samen de zaak. Vader Gerrit (66) is met pensioen, maar werkt elke week nog wel een paar uur mee om oude exclusieve auto’s weer nieuw te maken. „We zijn een echt familiebedrijf.”
Wim de Weerd zag de oldtimermarkt de afgelopen jaren flink aantrekken. Hij kijkt dan ook niet op van de cijfers die het CBS eerder deze week naar buiten bracht: het aantal Nederlandse oldtimers is in vier jaar tijd gestegen van 115.000 naar 140.000 exemplaren.
„Waarschijnlijk hebben vermogende mensen hun geld in auto’s gestoken in plaats van in onroerend goed”, vermoedt De Weerd. Waarom? „Klassiekers zijn waardevast, net als goud en kunst.”
De gemiddelde leeftijd van een oldtimer is volgens het CBS vijftig jaar. Ruim 260 klassieke wagens in Nederland zijn ouder dan 100 jaar. Volkswagen staat bij de Nederlandse oldtimerrijders op de eerste plaats, gevolgd door Mercedes en Citroën.
De Weerd restaureert echter vooral auto’s uit het duurdere segment. Zo heeft hij op het moment onder meer twee Porsches 356 en twee Aston Martins –een DB2 en een DB4– onder handen. In de plaatwerkerij staat een Ford Mustang.
Ambacht
Restaureren is een ambacht, benadrukt De Weerd. De auto’s gaan dan ook tot het laatste boutje uit elkaar en worden volgens de originele fabrieksnormen weer opgebouwd. Het zijn de liefhebbers die daarbij niet alleen naar het uiterlijk kijken, maar ook naar wat er onder het lakwerk gebeurt. Kwaliteit, daar draait het om.
Maar De Weerd krijgt, mede door de lage rente op spaargeld, ook een andere doelgroep over de vloer: investeerders. „Die kijken met totaal andere ogen naar een auto. Bij hen is de eerste vraag: wat kost die restauratie en wat houd ik eraan over.”
Als er te veel mensen komen die auto’s alleen zien als objecten om geld mee te verdienen, kan dat de markt opblazen, aldus De Weerd. Tegelijk is de oldtimermarkt behoorlijk stabiel. „Neem een bepaald model Porsche, dat de laatste jaren fors in waarde is gestegen; die is over een paar maanden niet opeens de helft minder waard.”
Zelf heeft De Weerd geen oldtimer in bezit, hoewel hij er naar eigen zeggen wel „helemaal mal” van is. „Ik ben een vakidioot, dat is zeker. Maar als een hobby je vak wordt, verlies je je hobby. Als ik privé ook nog een auto had die ik moest restaureren, zou ik geen dag meer vrij hebben. Ik steek de tijd die over is liever in mijn gezin.”
Nuchter
Het is ook zeker geen goedkope hobby. Sterker nog, er gaat veel geld in om. De Weerd, kerkelijk hervormd, kijkt daar nuchter naar. „Het is een Bijbels gegeven dat de één meer heeft dan de ander. En genieten van een oude auto is niet verboden volgens mij. Dat mensen hier zo veel geld voor over hebben, is nu eenmaal zo. Wij pikken daar een graantje van mee.”
Ook wijst de restaurateur op het feit dat juist vermogende mensen anderen aan het werk houden. „Dat is ook wat waard.”
Betekenis
Hoewel Nederland geen rijke autohistorie heeft –op de legendarische DAF’jes na– speelt ons land internationaal toch een rol van betekenis. Vooral Nederlandse restaurateurs hebben veel krediet in het buitenland, aldus De Weerd, die zijn klanten ook over de grens heeft. „Nederlanders zijn perfectionistisch en gaan voor kwaliteit.”