Boris Tadic, erfgenaam van Zoran Djindjic
Servië stond bij de tweede ronde van de presidentsverkiezingen van zondag voor een dramatische keuze: toenadering tot Europa of een terugkeer naar het nationalisme en het isolement uit de tijd van Slobodan Milosevic. Het is het eerste geworden: de liberaal Boris Tadic won van de radicale nationalist Tomislav Nikolic.
De vriendelijke en mediagenieke Tadic (46), van huis uit psycholoog, heeft zichzelf geprofileerd als de vertegenwoordiger van de enige weg vooruit voor Servië: richting de NAVO, richting de Europese Unie, en weg van de spoken van oorlog en armoede uit het recente verleden. Dat was ook de visie van Tadic’ partijgenoot Zoran Djindjic, de premier die in maart 2003 werd vermoord.
Tadic is geboren in de Bosnische hoofdstad Sarajevo. Politiek actief is hij al sinds zijn studententijd in Belgrado, toen de communistische autoriteiten het op hem hadden gemunt wegens zijn dissidente activiteiten. In 1990 werd hij lid van de Democratische Partij (DS), waar hij lang in de schaduw stond van de charismatische en onvermoeibare Djindjic. Nadat Djindjic werd vermoord kwam Tadic bovendrijven als diens logische opvolger – na zijn naam als hervormer te hebben gevestigd als minister van defensie in de federale regering van Servië en Montenegro. In februari werd Tadic partijleider.
Tadic’ op westerse leest geschoeide campagne was voor Servische begrippen buitengewoon flitsend. Zijn aanhang is te vinden onder jongeren en hoger opgeleiden. Op het platteland laten veel mensen zich nog steeds verleiden door de retoriek van de radicale nationalisten, die consequent het Westen de schuld geven van de problemen waar Servië mee kampt – en die problemen zijn legio.
De economie ligt nog altijd in puin, de politieke situatie blijft instabiel en het Westen blijft terughoudend met hulp zolang Servië niet volledig meewerkt met het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag – iets waar Tadic voorstander van is, maar waar premier Vojislav Kostunica aanzienlijk minder van wil weten.
Kostunica heeft zich voor de presidentsverkiezingen weliswaar achter Tadic geschaard, maar voor hem was dat de keuze voor het minste van twee kwaden. Kostunica is conservatief en een gematigd nationalist die geen heil ziet in de liberale economische politiek die Tadic voorstaat. Bovendien is Kostunica’s minderheidskabinet in het parlement afhankelijk van de socialisten van Milosevic.
Goede samenwerking tussen Kostunica en Tadic is niet te verwachten. Mogelijk ontspint zich een nieuwe machtsstrijd, zoals Kostunica – destijds president van Joegoslavië – die ook heeft uitgevochten met Djindjic. Kostunica kan er ook voor kiezen Tadic domweg te negeren: de president heeft weinig concrete macht. Geen van beide scenario’s zijn al te gunstig voor Servië.