Vooral landbouw in polders Zuiderzee
De polders die de afgelopen honderd jaar zijn aangelegd op de plek van de Zuiderzee, zijn meer dan gemiddeld gebruikt voor landbouw. Dat meldde het CBS. Deze woensdag is het honderd jaar geleden dat de Tweede Kamer de Zuiderzeewet aannam.
De Zuiderzeewet had twee hoofddoelen: het beveiligen van Nederland tegen overstromingen en het creëren van landbouwgrond. Voor de veiligheid werd onder meer de Afsluitdijk aangelegd. Die zorgde ervoor dat de kustlijn aanzienlijk werd verkort. De plaatsen rond de voormalige Zuiderzee werden hiermee beschermd tegen overstromingen. Het laatste gat in de Afsluitdijk werd in 1932 gedicht.
Nederland had aan het begin van de vorige eeuw extra landbouwgrond nodig. Het land bleef tijdens de Eerste Wereldoorlog, van 1914 tot 1918, neutraal en had moeite om voor de eigen bevolking voedsel te produceren. De bedoeling was om in het geval van een nieuwe oorlog met extra landbouwgrond de voedselvoorziening op peil te krijgen. Nederland kreeg er met het huidige Flevoland en een deel van de Kop van Noord-Holland uiteindelijk zo’n 5 procent aan grond bij: ongeveer 1600 vierkante kilometer.
Het streven om het aangewonnen land, de zogeheten IJsselmeerpolders, vooral te bestemmen voor de landbouw, lijkt te zijn geslaagd. Op het hoogtepunt, in het begin van de jaren negentig, werd ruim driekwart van de bodem in de polders gebruikt voor landbouwdoeleinden. In 2012 was dat teruggelopen tot 73 procent, wat nog altijd 6 procent meer was dan gemiddeld in Nederland.
Bevolking
Terwijl de nieuwe polders vrij snel na het droogleggen door landbouwers konden worden gebruikt, ging de groei van de bevolking traag. Op de voormalige zeebodem wonen volgens het CBS tegenwoordig 404.000 mensen. Zuidelijk en Oostelijk Flevoland nemen daarvan 345.000 mensen voor hun rekening. De meesten van hen wonen in Almere en Lelystad. In de gemeente Noordoostpolder wonen zo’n 47.000 mensen.
In de berekeningen heeft het CBS Urk niet meegenomen. Het voormalige eiland is een zelfstandige gemeente. Van de ruim 20.000 inwoners woont het merendeel op land dat in de afgelopen eeuw is ingepolderd.
In de Wieringermeer, de Noord-Hollandse polder die in 1930 gereed kwam, wonen 12.500 mensen.