Beledigen ambassadeur VS brengt vrede voor Palestijnen niet dichterbij
Ambassadeurs genieten doorgaans enige status. Als vertegenwoordigers van hun land worden zij in de regel met respect behandeld. Bovendien kunnen zij op diplomatieke onschendbaarheid bogen.
Natuurlijk worden zij weleens op het matje geroepen, zoals dat zo mooi heet. Maar dat is dan om het beleid van hun regering uit te leggen – en niet om iets wat hun persoonlijk te verwijten valt.
De Palestijnse leider Mahmud Abbas denkt daar iets anders over. Tijdens een bijeenkomst in Ramallah betitelde hij de Amerikaanse ambassadeur in Israël als een „hondenzoon en kolonist.” Zijn opmerkingen waren de zoveelste uiting van Palestijnse woede over het besluit van president Trump om de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem te verplaatsen.
Of die boosheid nu wel of niet terecht is, het gaat natuurlijk niet aan om die op een diplomatieke vertegenwoordiger te projecteren. En al helemaal niet als daar allerlei scheldwoorden aan te pas komen.
Dat vond de Amerikaanse regering uiteraard ook. Toch waren de reacties relatief mild, en gingen ze steeds vergezeld van de toezegging dat de Verenigde Staten vastbesloten zijn om tot een oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict te komen.
Een woordvoerster van president Trump betitelde de uitspraken van Abbas als „beledigend en niet nuttig.” Tegelijkertijd herhaalde ze dat de Amerikaanse regering volledig vasthoudt aan de doelstelling om tot vrede te komen.
Ook de speciale Amerikaanse gezant voor het Midden-Oosten, Jason Greenblatt, noemde de belediging aan het adres van Friedman „hoogst ongepast.” Maar ook hij benadrukte dat de Verenigde Staten zich niet door dit soort zaken van de wijs zullen laten brengen in het zoeken naar vrede tussen Israël en de Palestijnen.
De vraag is of vrede met Mahmud Abbas aan de macht wel mogelijk is. Veelzeggend is dat hij niet reageerde toen zondag een Israëlische man in Jeruzalem door een Palestijn werd doodgestoken. Ook bleef het stil toen vrijdag twee militairen omkwamen nadat een Palestijn met een auto op hen was ingereden.
In plaats van geweld te veroordelen, kiest Abbas er liever voor een ambassadeur in niet mis te verstane bewoordingen te beledigen.
Intussen negeert hij al jaren de uitgestoken hand van de Israëlische premier Netanyahu om aan de onderhandelingstafel plaats te nemen. Door allerlei voorwaarden vooraf te stellen, die eigenlijk onderwerp van onderhandeling moeten zijn, heeft hij vakkundig elke vorm van overleg buiten de deur gehouden.
Het wordt hoog tijd dat Abbas, in het belang van zijn eigen bevolking, bij zinnen komt en een stap vooruit zet. Hij kan nog de geschiedenisboeken ingaan als de leider die vrede met Israël sloot. Maar evenals bij zijn voorganger Yasser Arafat, lijkt de kans daarop momenteel nog altijd bijzonder klein.