Predikant Noord-Irak bij HVC-avond: Europa, bid voor vluchtelingen
Christenen in Irak hebben dagelijks te maken met vervolging en oorlogsdreiging. De Iraakse predikant Ghassan weet daar uit eigen ervaring alles van: „We leven in Irak op een vulkaan, alleen weten we niet wanneer die uitbarst.”
Graag was ds. Ghassan vanuit de Noord-Iraakse stad Erbil naar Nederland gereisd om te spreken tijdens de regiotouravonden van Stichting Hulp Vervolgde Christenen (HVC). Het vliegveld van zijn woonplaats is echter gesloten. Bovendien kreeg de predikant heeft geen visum. Via een liveverbinding kon hij donderdagavond toch het publiek in Alblasserdam toespreken.
De predikant, opgegroeid in een rooms-katholiek gezin, vertelt een persoonlijk verhaal. Zo horen de aanwezigen hoeveel indruk het op hem maakte toen hij als jongere hoorde dat Jezus Zich liet kruisigen. Hij vroeg zich af waarom dat nodig was. Het antwoord kreeg hij van zijn oom; Jezus liet Zich voor hém kruisigen. „Ik kreeg van mijn oom een Bijbel en kwam tot geloof.”
Leven volgens Bijbelse principes is in Irak niet gemakkelijk, aldus ds. Ghassan. Zijn omgeving keerde zich tegen hem. Vasthouden aan de Bijbel gold destijds als een misdrijf. Thuis samenkomen of bidden was onmogelijk. „Daarom gingen we het veld in, waar we als gezin met elkaar baden en in de Bijbel lazen.” In die periode maakte ds. Ghassan ingrijpende zaken mee. Zo werd iemand in zijn directe omgeving vermoord omdat hij christen was.
Huiskerk
Ds. Ghassan verhaalt hoe in de tijd dat christenen in Irak onderdrukt werden er steeds meer mensen tot geloof kwamen. Dat had tot gevolg dat hij, eenmaal predikant, in 2005 een eigen huiskerk kon bouwen, met plaats voor de 120 mensen die daar tweemaal per zondag samenkomen. De predikant vertelt verder over de vervolgingen die hij meemaakte, zowel van de kant van de overheid als van andere christenen.
Als terreurgroep Islamitische Staat (IS) in 2014 christelijke dorpen in Noord-Irak binnenvalt, is ds. Ghassan tot predikant bevestigd in Ankawa, een buitenwijk van Erbil. Hij ziet duizenden vluchtelingen de stad binnenkomen. „We gaven hun voedsel en deelden met hen het Evangelie.”
Het gevaar is ook nu nog niet geweken, meent de predikant. Het gedachtegoed van IS leeft nog steeds in Irak. „We leven op een vulkaan, alleen weten we niet wanneer die uitbarst. Maar we ervaren dat de Heere ons beschermt en bewaart.” Dat blijkt volgens de predikant ook uit het feit dat er twee jaar geleden in Erbil een Bijbelinstituut van start ging.
Ds. Ghassan deed via de digitale verbinding ten slotte een beroep op christenen in Europa: „Bid voor de vluchtelingen die vanuit het Midden-Oosten naar Europa komen. Toon hun liefde, iets wat ze in de Arabische wereld niet gezien hebben. Deel het Evangelie met hen. Ze moeten van Jezus Christus horen.”
Tijdens de HVC-bijeenkomst deed projectleider Bart Moret verslag van zijn bezoek aan Bangladesh. Tijdens zijn reis in dat land ontmoette hij Rohingyavluchtelingen uit Myanmar (Birma). Moret sprak onder anderen met ds. Mabud, die als islamitische jongeman wilde weten wat christenen geloven, zodat hij hen kon vervolgen. Tijdens zijn zoektocht leerde hij echter Christus kennen.
Vluchtelingenkamp
Moret vertelde het verhaal van de 8-jarige Shahena. Zij woont al haar hele leven in een vluchtelingenkamp. Toen haar familieleden naar Bangladesh vluchtten, waren ze nog moslim. „Drie jaar geleden kwam mijn vader thuis. Hij vertelde dat een man hem over Jezus had verteld. Daarna hoorden meer uit de Bijbel. Nu volgen we de Heere Jezus. Daarom doen andere mensen in het kamp weleens heel lelijk tegen ons.”
In Bangladesh heeft HVC de afgelopen periode projectwerk opgestart. De hulp in het ruim 160 miljoen inwoners tellende Aziatische land is bedoeld om kinderen als Shahena te helpen. De stichting wil ervoor zorgen dat ook kinderen in vluchtelingenkampen onderwijs kunnen volgen.