Binnenland

Abortusarts niet de cel in na dood patiënt

De rechtbank in Utrecht heeft donderdag geneesheer-directeur L. Q. van de Utrechtse abortuskliniek Vrelinghuis veroordeeld tot acht maanden voorwaardelijke celstraf voor de dood van een 17-jarig meisje na een overdosis verdovingsmiddel.

Binnenlandredactie
25 June 2004 11:18Gewijzigd op 14 November 2020 01:21

De 70-jarige ex-verpleegkundige A. van T. kreeg zes maanden voorwaardelijk opgelegd. Zij assisteerde de 58-jarige Q. bij de medische behandelingen op 13 maart 2001. Tegen de arts was acht maanden cel geëist, waarvan vier voorwaardelijk.

De verdachten kunnen zich volgens de rechtbank niet verschuilen achter een foutieve etikettering op de doosjes met ampullen lidocaïne. Het etiket vermeldde dat de ampullen 1 procent lidocaïne bevatten, terwijl dit in werkelijkheid 10 procent was. De rechtbank meent dat de arts en de verpleegkundige „verwijtbaar en vermijdbaar” tekort zijn geschoten door de ampullen niet te controleren. Op de flesjes stond wel de juiste concentratie vermeld. Het ongebruikelijke uiterlijk van de ampullen had een signaal moeten zijn, aldus de rechtbank.

De rechtbank achtte niet bewezen dat de verdachten na de overdosering hebben nagelaten de slachtoffers adequaat te beademen en het ambulancepersoneel te informeren over het toedienen van lidocaïne, zoals het openbaar ministerie betoogde. De arts en de verpleegkundige ontkennen dit en de rechtbank vond de verklaringen van de ambulancebroeders „niet eensluidend en niet overtuigend.”

Mr. dr. J. Legemaate, jurist van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG), zei te hopen dat van de uitspraak een preventieve werking zal uitgaan. Artsen en verpleegkundigen kunnen er volgens hem te gemakkelijk van afzien de dosering van medicijnen te controleren, omdat ze ervan uitgaan dat het al gebeurd is.

Prof. dr. P. C. Ippel van de Universiteit Utrecht, oud-voorzitter van de klachtencommissie van vrije apothekers, zei zich desgevraagd te verbazen over het feit dat het OM geen vervolging heeft ingesteld tegen de apotheek die de ampullen aan de kliniek had geleverd. „Het bestaansrecht van apotheken staat of valt met de mate waarin zij bij de levering van medicijnen zorgvuldig te werk gaan. Het is hun primaire taak dat te controleren.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer