Myanmar wil bewijs van genocidebeschuldiging
Myanmar wil overtuigend bewijs zien van beschuldigingen dat sprake was van volkerenmoord op de Rohingya-minderheid. Nationale veiligheidsadviseur Thaung Tun zei in Genève dat dergelijke ernstige beschuldigingen niet te lichtvaardig geuit moeten worden.
„We hebben vaak beschuldigingen gehoord dat in Myanmar sprake is van etnische zuiveringen of genocide”, zei de topfunctionaris. „Dat is niet het beleid van deze regering, dat kan ik jullie verzekeren.” Thaung Tun zei dat zijn regering graag „overtuigend bewijs” wil zien van de beschuldigingen.
Bijna 700.000 Rohingya zijn sinds afgelopen augustus het land ontvlucht. Na aanvallen van Rohingya-opstandelingen hadden veiligheidstroepen met veel geweld teruggeslagen in deelstaat Rakhine. Getuigen spraken over moordpartijen, verkrachtingen en brandstichting.
Thaung Tun zei dat de meeste moslims niet zijn gevlucht. „Het grootste deel van de moslimgemeenschap in Rakhine bleef achter”, stelde hij. „Als dit een genocide was, waren ze allemaal verdreven.” Volgens de veiligheidsadviseur waren de vluchtelingen vooral bang voor de rebellen van de ARSA (Arakan Rohingya Salvation Army).