Vlaams-Nederlands huis geopend
Vlak bij de Brusselse Muntschouwburg, waar in 1830 de opstand voor de Belgische onafhankelijkheid begon, hebben staatssecretaris Van der Laan (Cultuur) en de Vlaamse regiominister voor Cultuur, Van Grembergen, donderdagmiddag het gezamenlijke Vlaams-Nederlands huis voor Europa geopend.
Het cultureel centrum gaat pas in 2006 helemaal open na de nodige verbouwings- en uitbreidingswerkzaamheden. De openingsplechtigheid werd echter donderdag al gehouden, als eerbetoon aan en afscheidscadeau voor Van Grembergen, die de Vlaamse politiek vaarwel zegt.
Het Vlaams-Nederlands huis moet een „laagdrempelige” locatie worden voor het houden van exposities en debatten over de rol van het Nederlands in Europa. De vroegere secretaris van de Nederlandse Taalunie Van den Bergh is aangesteld als voorlopig intendant. Zij zal de komende jaren een concreter programma uitwerken.
Om de laagdrempeligheid te vergroten, moet er op termijn in het huis ook een café of ontmoetingsruimte komen. Er zijn verder geen concert- of theaterzalen voorzien. Beide bewindslieden waren het er donderdag over eens dat er daarvoor al voldoende uitwisseling bestaat tussen Nederlandse en Vlaamse gezelschappen, schouwburgen en concertzalen.
Zowel Van der Laan als Van Grembergen gaf toe dat de schier eindeloze discussie over het Vlaams-Nederlands huis dertig jaar heeft geduurd doordat Nederland vreesde in Brussel in een taalstrijd met de Franstalige gemeenschap terecht te komen. Van Grembergen wil echter via het huis geen confrontatie met de Franstaligen. „Het gaat ons erom een positief idee over het Nederlands in het verenigde Europa te kunnen uitdragen.”
De Vlaamse regionale overheid neemt de kosten voor aankoop en verbouwing van het gebouw in het hart van Brussel voor haar rekening. Nederland draagt jaarlijks 1 miljoen euro bij aan de exploitatiekosten. Vlaanderen doet daar elk jaar nog eens een half miljoen euro bij.