Politie ‘overspoeld’ over Oostvaardersplassen
De politie wordt naar eigen zeggen „overspoeld” met meldingen over dieren in nood in de Oostvaardersplassen. In totaal heeft de politie zo’n 700 meldingen binnengekregen, vooral via internet, maar ook telefonisch op het nummer 144 voor acute crisissituaties met dieren. Maar de politie zegt er niets mee te kunnen. „Wij gaan daar niet over, dat is Staatsbosbeheer”, zegt een woordvoerder.
Wie de melders zijn, weet de politie niet. „Het zijn in elk geval allemaal mensen die vinden dat wij er iets aan moeten doen.” Maar dat zit er dus niet in. Het kost de politie wel de nodige capaciteit om alle meldingen af te handelen.
Ook bij Staatsbosbeheer merken ze dat veel mensen vragen hebben of boos zijn. De afgelopen dagen kreeg de natuurbeheerder honderden vragen binnen over de Oostvaardersplassen. Medewerkers proberen uit te leggen waarom de dieren niet worden bijgevoerd. „Mensen kijken er emotioneel naar en vinden dat je voor dieren moet zorgen. Maar dit zijn wilde dieren. Aan het eind van de winter hebben die het zwaar, net als bijvoorbeeld de dieren op de Veluwe en die gaan we ook niet bijvoeren”, aldus een zegsman.
In het natuurgebied in de Flevopolder sterven in de winter veel dieren. Vooral de duidelijk zichtbare sterfte onder de ‘grote grazers’ in het gebied leidt al jaren tot discussie en ophef. Vereniging het Edelhert spreekt bijvoorbeeld van „kiepwagens vol dode dieren”. Burgers die het „immense dierenleed” niet kunnen verteren hebben voor aanstaande zondag een demonstratie gepland. Ze willen hooi meenemen om aan de konikpaarden, Heckrunderen en edelherten te voeren. De provincie Flevoland heeft al gewaarschuwd dat op bijvoeren boetes staan.
Staatsbosbeheer stelt dat bijvoeren tot „een vicieuze cirkel” leidt. „Door bij te voeren houd je meer dieren in leven, dus komen er het volgende jaar meer jongen, die op hun beurt weer moeten worden bijgevoerd.” Om nodeloos lijden te voorkomen, schieten beheerders grazers af waarvan duidelijk is dat ze de winter niet zullen overleven.