Gaswinning in de Waddenzee mag toch
Boren naar gas in de Waddenzee is niet toegestaan, stelt het regeerakkoord van het kabinet-Balkenende II van mei vorig jaar. Ook schuin boren vanaf het vasteland mag de komende tien jaar niet. Vrijdag besluit het kabinet zo goed als zeker om gaswinning in de Waddenzee toch toe te staan. Een verrassende wending.
De grootste regeringspartij, het CDA, wil bij het opstellen van het regeerakkoord nog niets weten van boren naar gas in de Waddenzee. „We hanteerden toen het voorzorgsprincipe”, legt kamerlid Atsma uit. „We wilden geen dingen doen die onomkeerbare gevolgen zouden kunnen hebben voor de Waddenzee, zoals bodemdaling.”
Coalitiegenoot D66 kijkt dan al iets anders aan tegen gaswinning in het noordelijke natuurgebied. „Eerst zeiden we: bij twijfel niet boren”, vertelt D66’er Van der Ham. Al snel slaat bij de democraten de twijfel toe over dat standpunt. Is de uitgezette lijn wel verstandig? Het CDA voelt er echter niets voor om gaswinning toch toe te staan, omdat het geen discussie wil openen over de kokkelvissers in de Waddenzee, herinnert Van der Ham zich. Daardoor blijft de passage in het regeerakkoord over gaswinning in de Waddenzee zoals die al was onder Balkenende I.
D66 zit echter niet stil en bezint zich op de gasboringen. Na bezoeken aan de Waddenzee en gesprekken met deskundigen komt de partij tot de conclusie dat gasboringen wel verantwoord zijn. „Er blijken nauwelijks meetbare gevolgen te zijn”, weet Van der Ham. Hij ziet tegelijkertijd mogelijkheden om het geld dat de gaswinning oplevert, te investeren in het waddengebied.
De visie van de democraten krijgt ondersteuning van de Adviesgroep Waddenzeebeleid, vooral bekend als de commissie-Meijer. Die is door het kabinet ingesteld om uitsluitsel te geven over de mogelijke schade van gaswinning. Meijer betoogt in april dat er „geen noemenswaardige ecologische gevolgen zijn van gaswinning.”
Het meest gevreesde risico, bodemdaling in de Waddenzee, blijkt oplosbaar te zijn. De natuur zelf zal de bodemdaling compenseren door extra zand af te zetten. Het kabinet kan daarom gaswinning toestaan, zij het onder strikte voorwaarden. De belangrijkste is dat er „met de hand aan de kraan” moet worden gewonnen: zodra het fout dreigt te gaan, moet de gaswinning worden gestaakt.
Het kabinet laat zich overtuigen door de commissie-Meijer. Volgens de betrokken ministers van VROM, Landbouw en Economische Zaken veroorzaakt gaswinning geen blijvende schade aan de natuur. Het CDA gaat ook om. De partij omarmt het uitgangspunt dat het gas met de hand aan de kraan mag worden gewonnen. „Die werkwijze is geheel in lijn met het voorzorgsprincipe, dat wij al hanteerden bij het opstellen van het regeerakkoord”, zegt CDA’er Atsma.
Hij wijst daarnaast op tal van andere rapporten die zijn verschenen sinds de Kamer in 1999 voor het laatst uitgebreid discussieerde over de gasboringen. Die studies laten volgens hem zien dat de negatieve gevolgen van gaswinning veel minder ingrijpend zijn dan gevreesd of er zelfs helemaal niet zijn.
De grootste oppositiepartij, de PvdA, is het niet eens met CDA en D66. Om precies dezelfde reden als eerder CDA en D66, namelijk vanwege het voorzorgsprincipe, wijst de partij het boren naar gas onder de Waddenzee af. „Bij twijfel niet boren”, vindt sociaal-democraat Samsom. Het onderzoek van de commissie-Meijer noch enig ander onderzoek heeft in zijn ogen aangetoond dat er geen onomkeerbare risico’s zitten aan gaswinning. De PvdA is daarom nog steeds tegen het boren naar gas.
Echter niet per definitie, zoals GroenLinks en SP, stelt Samsom. Er is een techniek in opmars die het mogelijk maakt om CO(in2(, dat met gaswinning naar boven komt, weer terug in de bodem te pompen. „Zo houd je de bodemdaling tegen”, weet de PvdA’er. „In dat geval zouden wij het boren naar gas in de Waddenzee best willen overwegen.”