Duits onderzoek biedt malariapatiënt hoop
Wetenschappers van het Max-Planck-Instituut hebben een stap voorwaarts gezet in de strijd tegen malaria. Ze hebben een methode gevonden om de werkzame stof tegen de tropische ziekte, artemisinine, sneller, efficiënter en dus goedkoper te produceren dan tot dusver uit de de plant zomeralsem (Artemisia annua) en ook nog milieuvriendelijker. „Deze ontwikkeling heeft de potentie miljoenen levens te redden”, zei directeur Peter Seeberger woensdag.
Malaria, overgebracht door muggen, behoort met tuberculose en hiv tot de dodelijkste infectieziekten. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO waren er in 2016 ongeveer 216 miljoen nieuwe besmettingen; 445.000 mensen overleden, van wie bijna 90 procent Afrikanen.
Voor het isoleren van artemisinine uit zomeralsem kreeg de Chinese Tu Youyou in 2015 de Nobelprijs voor de Geneeskunde. De nieuwe Duitse techniek is volgens Seeberger een „doorbraak in de productie”. De Universiteit van Wageningen werkte daar ook aan door het artemisinine-gen in te bouwen in witlof (cichorei).
Critici vinden het te vroeg om van een revolutie te spreken. Er zijn bovendien waarschuwingssignalen uit Azië dat er resistentie begint te ontstaan tegen de stof.