Dijk bij Lopik is er niet voor de motorrijder
Lopik verbiedt in de zomerse weekenden motoren op de smalle Lekdijk. Boze motorrijders stappen naar de rechter. „We betalen toch netjes wegenbelasting?”
Het is op deze frisse februaridag rustig op de Lekdijk bij Lopik. Dat verandert zodra het kwik de 15 graden aantikt en het zonnetje doorbreekt. Dan stroomt het vol met fietsers, wandelaars, auto’s en motorrijders. Wie hier weleens is geweest, weet waarom: de Lek kronkelt door het landschap en de hoge, smalle dijk kronkelt mee. De binnenvaartschepen, de wilgen, de fruitbomen, de Hollandse luchten, de groene vergezichten. „Echt genieten”, verzekert motorrijder Michiel Buitenwerf. „En op de motor nog het meest.”
Dat motorgeluk wordt bedreigd door een besluit van de gemeente Lopik. Vorig jaar zomer deed de gemeente een proef met het afsluiten van de dijk voor motoren. In de weekenden van maart tot en met oktober mochten de motorrijders niet meer over een deel van de dijk tussen Lopik en Schoonhoven. Die proef wordt op 1 maart omgezet in een definitieve afsluiting voor motorrijders in de zomerse weekenden.
„We moeten een keer onder ogen zien dat niet alles kan op een weg van iets meer dan 3 meter breed”, verklaart wethouder Spelt (Verkeer). „Het gaat gewoon niet meer.”
Totaalverbod
De drukte op de Lekdijk is al vaak onderwerp van gesprek geweest in het gemeentehuis van Lopik. Drie jaar geleden kwam het college met het rigoureuze plan om de dijk voor al het gemotoriseerde verkeer af te sluiten. Dat totaalverbod bleek niet haalbaar. Nu ligt er dus het besluit om auto’s wél, en motoren níét toe te laten. Volgens de wethouder is daar een goede reden voor: auto’s worden op een smalle dijk min of meer gedwongen om rustig aan te doen, terwijl motorrijders zich mengen met het overige verkeer. „Dat geeft een onveilig gevoel bij wandelaars en fietsers”, legt hij uit. „Als een motor met 60 kilometer per uur langs een voetganger gaat, doet niemand iets fout. Toch komt het bedreigend over.”
Dat hij daarmee geen vrienden maakt in de motorwereld, wist Spelt van tevoren. „Pure discriminatie”, is het heldere standpunt van Michiel Buitenwerf, voorzitter van Motorrijders Actie Groep MAG. Hij laat het er niet bij zitten en stapt naar de rechter, samen met de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging. Voorzitter van die vereniging is Jan Wilms. Hij ziet het motorverbod als een groepsstraf voor mensen die op hun snelle voertuig de dijk als racecircuit gebruiken. „Op de mooie plekken in Nederland wordt het steeds drukker. Dan komt het aan op verdraagzaamheid. Fietsers, automobilisten, motorrijders en wandelaars zullen met elkaar moeten recreëren.” Het gaat volgens Buitenwerf om goed samenspel. „Dat loopt op zo’n krappe dijk niet altijd helemaal lekker, maar dat geldt voor elke weg waar het druk is.”
De kwestie ligt gevoelig onder bewoners langs de Lekdijk. Volgens Jan Wilms van motorvereniging KNMV bevindt de gemeente Lopik zich in een spagaat. „De gemeente ziet zelf ook wel dat ze weinig juridische gronden heeft voor zo’n verbod. Alleen wordt ze al twintig jaar lang bestookt door een groep bewoners.”
Wethouder Spelt zelf wijst op een enquête onder omwonenden waaruit blijkt dat 80 procent van hen voor een motorverbod is. „Als je bewoners spreekt, blijkt er meer nuance”, erkent hij, „maar we moeten ons besluit ergens op baseren. En we zijn er niet op uit om de hele dijk te verbieden, het gaat om een stukje. Er blijft voor motorrijders 15 kilometer over om van te genieten.”
De nuance waar de wethouder het over heeft, blijkt inderdaad aanwezig bij de mensen aan de Lekdijk. „Je mag het waarschijnlijk niet zeggen, maar die klagers zijn allemaal import, die denken alleen aan zichzelf”, zegt een hovenier die al 69 jaar langs de dijk woont. Hij wil, net als andere bewoners, wel praten, maar niet met zijn naam in de krant, „want je weet maar nooit. Het is echt niet zo dat je hier de hele dag door motoren hoort”, zegt hij. „Als je je er echter eenmaal aan gaat storen, dan hoor je niet anders meer. Zo werkt dat.” Een paar huizen verder vertelt een bewoner over het leed op de smalle dijk, van dodelijke fietsongelukken tot afgereden autospiegels. De rekening daarvan afschuiven op de motorrijders vindt hij onterecht. Bovendien: dat motorverbod gaf vorig jaar alleen maar meer overlast. Bij de Zijdeweg moesten ze de dijk af, en daar ontstonden complete opstoppingen. „Dan stonden ze te vergaderen waar ze heen moesten.”
Een vrouw die net met haar fiets de steile dijk opkomt, is nog het meest kritisch: „De hond is bang voor het geluid van motoren en als je op een zomerdag voor het huis zit, kun je elkaar soms niet eens verstaan.”
Intussen toont Michiel Buitenwerf van de Motor Rijders Actiegroep zich strijdvaardig. „We zijn al meerdere keren met de gemeente in gesprek geweest, maar niet tot een oplossing gekomen”, zegt hij. „De argumenten die de gemeente heeft om de motor te weren zijn niet zodanig dat we zeggen: „U heeft gelijk, we rijden wel een stukje om.””
Onhoudbaar
Dat wethouder Spelt de motoren ook wil verbieden vanwege geluidsoverlast is volgens de motororganisaties juridisch onhoudbaar. „Er gelden geluidsnormen voor voertuigen, en de normale motor voldoet daaraan”, zegt Michiel Buitenwerf.
Wilms: „Geluidsoverlast is altijd een beladen onderwerp, dat heeft veel te maken met emotie.” Hij beaamt dat het geluid van een wegscheurende motor doordringend kan zijn. „Wij zeggen ook altijd: Onze hobby hoeft niet de hobby van iemand anders te zijn. Ik vind ook dat motorrijders die zich misdragen bekeurd moeten worden. Er zitten altijd een paar rotte appels tussen, maar scheer niet iedereen over één kam. Het kan niet zo zijn dat de goedwillende motorrijder die netjes wegenbelasting betaalt daar de dupe van wordt.”
Waarschijnlijk wachten de MAG en de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging eerst de afloop van een vergelijkbare rechtszaak af. Die spanden zij aan tegen de gemeente Lingewaard, bij Nijmegen, die eveneens motorrijders van een dijk weert. De rechter doet daarover binnen twee weken uitspraak.