Politie: minder hennepkwekerijen ontmanteld
De politie heeft vorig jaar 4670 hennepkwekerijen ontmanteld. Dat zijn er 868 minder dan een jaar geleden, een daling van ruim 15 procent. De politie noemt dat „best een grote terugloop”.
Gemiddeld zijn het bijna dertien plantages per dag, terwijl het in 2016 ging om elke dag ruim vijftien kwekerijen. De daling kan komen doordat de politie andere prioriteiten stelt. Misschien worden de beschikbare mensen ingezet om andere vormen van misdaad te bestrijden, zegt hennepcoördinator John Jespers op de site van de politie. Het kan ook zijn dat de politie meer tijd uittrekt om de organisatie achter de kwekerij bloot te leggen en op te rollen.
Het is volgens Jespers niet zo dat het aantal hennepkwekerijen daalt. „De netbeheerders hebben onlangs geschat dat er ongeveer 30.000 hennepkwekerijen zijn. Dat aantal is stabiel, er zijn geen aanwijzingen dat het afneemt.” Het is ook niet zo dat criminelen beter zijn in het verbergen van plantages. „Ze zijn constant bezig om ons om de tuin te leiden, dat gebeurt al jaren.”
Jespers is naar eigen zeggen „voorzichtig met het benoemen van trends. Soms zijn de plantages groter, soms kleiner. De ene keer zitten ze vooral in koopwoningen, dan weer in huurwoningen, dan in bedrijfspanden of schuurtjes. Het zit overal.” Los van de misdaad zelf is er ook het gevaar voor de omwonenden. Als illegaal stroom wordt afgetapt, bestaat het risico op kortsluiting en brand. Jespers: „We weten niet hoe vaak het misgaat. Gelukkig gaat het heel vaak net niet mis.”
Koploper is het district Oost-Nederland (Gelderland en Overijssel), met 761 opgerolde kwekerijen. Rotterdam volgt met 550 plantages. Daarna komt Limburg met 538. Zeeland-West-Brabant waren vorig jaar tweede van Nederland met 673 plantages, maar staat nu vierde met 532. Oost-Brabant heeft Amsterdam afgelost als hekkensluiter.