Lager overheidstekort door loonstijging
Een stijging van de lonen in de marktsector kan op korte termijn leiden tot een lager overheidstekort. Dat blijkt uit antwoorden van minister Zalm van Financiën op schriftelijke vragen van de Tweede Kamer over de Voorjaarsnota, de laatste tussenstand over de rijksbegroting van dit jaar.
Volgens Zalm zijn hogere lonen bij de bedrijven op langere termijn weliswaar slecht voor de economie en de werkgelegenheid, maar een voordeel ervan is dat de overheid meer aan belastingen en premies binnenkrijgt.
Doordat de overheid de lonen in de publieke sector op nul houdt in 2004 en 2005, ontstaat er een gunstig effect op het overheidsbudget. Elke 0,5 procent extra loonstijging in de marktsector leidt tot een verbetering van het financieringstekort met ongeveer 1,25 miljard euro, aldus Zalm.
Hij voegt er aan toe dat dat positieve effect in latere jaren weer zal verdwijnen. Zalm gaat er daarbij vanuit dat in 2006 en 2007 de overheidslonen de salarissen in de markt weer zullen volgen en dat ook de uitkeringen dan weer gekoppeld worden aan de gemiddelde loonstijging in de marktsector.
Het kabinet ging er tot voor kort van uit dat de lonen in de marktsector dit jaar en volgend jaar niet zouden stijgen. Het had daarover een akkoord met werkgevers en werknemers. Door het mislukken van het overleg met de sociale partners over prepensioen en VUT is dat akkoord echter van de baan. De vakbeweging heeft aangekondigd nu toch met looneisen te komen.
Overigens moet het kabinet voor volgend jaar nog 750 miljoen euro aan bezuinigingen zien te vinden om het financieringstekort onder het Europese maximum van 3 procent te houden. De besprekingen tussen de meest betrokken ministers hierover zijn inmiddels van begonnen. Zalm en zijn D66–collega Brinkhorst van Economische Zaken zouden volgens ingewijden onder meer op de WW willen bezuinigen, maar CDA–minister De Geus van Scoiale Zaken voelt daar niets voor.