’Helft vissers IJsselmeer moet vrijwillig stoppen’
De helft van de vissers op het IJsselmeer moet vrijwillig de visvergunning inleveren. Er is te weinig vis om van te leven en er gaan te veel vogels dood in de visnetten. Dat schrijven Vogelbescherming Nederland en de Producentenorganisatie van de IJsselmeervissers woensdag in een brief aan de Tweede Kamer.
De vissers zijn zich bewust van het probleem, aldus D. Berends, secretaris van de Nederlandse Vissersbond. „Aan het begin van het jaar hebben we een enquête gehouden en 40 procent van de vissers was bereid gedeeltelijk of geheel te stoppen met vissen.” Als een bedrijf tot sanering besluit, moet er wel een goede vergoeding van het Rijk tegenover staan. „De vissers moeten wel een keuze hebben”, aldus Berends.
Circa zeventig schepen op het IJsselmeer hebben een visvergunning. De vissers ervaren dat er onvoldoende vis is om een fatsoenlijk inkomen mee te verdienen. Het visbestand loopt terug omdat het water veel schoner is geworden. „Schoon water betekent minder voedingsstoffen voor de vissen”, zegt Berends. En minder vissen betekent minder te eten voor watervogels. Verder sterven er jaarlijks volgens de Vogelbescherming zo’n 13.000 vogels in de visnetten. In 2001 was afgesproken dat aantal tot 2000 terug te dringen. Dat doel zal zonder ’warme’ sanering van de vergunningen niet gehaald worden.
Het ministerie van Landbouw koerst al aan op meer ruimte voor de watervogels en minder visserij. In april schreef minister Veerman in een brief aan de Tweede Kamer dat hij vindt dat er teveel vis gevangen wordt. Voor het opvissen van spiering en glasaal wil hij dit jaar al voor het IJsselmeer geen vergunningen afgeven.