NAVO wil vraag naar seksslavernij beperken
De Amerikaanse ambassadeur voor Moldavië klaagde vorig jaar zomer in het NAVO-hoofdkwartier in Brussel dat in sommige dorpen in zijn land alle jonge meisjes verdwenen. Zijn collega-ambassadeur bij de NAVO dacht toen meteen aan de bordelen in Bosnië en Kosovo en gruwde bij de wetenschap dat ook NAVO- en VN-medewerkers deze plaatsen aandoen.
Al eerder waren ook al op min of meer toevallige wijze mensen bij elkaar gekomen die zich zorgen maakten over het aandeel van westerse vredestroepen in de wereldwijde mensensmokkel, vertelt dr. Sarah Mendelson, onderzoeker van het Center for Strategic and International Studies (CSIS) in Washington. „De Amerikaanse NAVO-ambassadeur, Nicholas Burns, had ook al met zijn Noorse collega, Kai Eide, afgesproken hier iets aan te doen. Toen wij eind vorig jaar zochten naar een goede ingang bij de NAVO, bleek het onderwerp bij de Amerikaanse vertegenwoordiging al te leven. Dat werkte dus goed.”
Inmiddels spreekt het politiek comité binnen het bondgenootschap over „NAVO-beleid inzake de bestrijding van handel in mensen.” Dit interne document, dat tijdens de topontmoeting in Istanbul volgende week wordt vastgesteld, gebiedt een „nultolerantie voor (medewerking aan) mensensmokkel door NAVO-strijdkrachten en -stafleden, in combinatie met opleiding en training.” Alle NAVO-lidstaten en ook partnerlanden, zoals Rusland en Oekraïne, moeten in hun hoofdsteden beleid invoeren „dat de vraag ontmoedigt”, stelt het document vast.
Wie niet beter zou weten, zou er overheen lezen, maar in veel landen waar vredestroepen komen (de zogenaamde postconflictsituaties), nemen de aantallen prostituees toe. De mensenhandel trekt achter de internationale gemeenschap aan. Ook hier heerst immers de wet van vraag en aanbod.
Begin mei illustreerde Amnesty International dat met een rapport over de seksindustrie in Kosovo, waar veel NAVO- en VN-personeel actief is. Voor de komst van de vredestroepen in de provincie was er een kleine lokale markt, goed voor ongeveer achttien bordelen. In 2003 waren dat er ongeveer 200, voor ongeveer 20 procent bevolkt door minderjarige meisjes. Het relatief goed betaalde westerse personeel vormde weliswaar 20 procent van het klantenbestand, maar zorgde wel voor 80 procent van de omzet.
„In Bosnië en Kosovo wordt 90 procent van de prostituees gedwongen”, stelt een hoge NAVO-diplomaat. Geen wonder dat Amnesty tot de bittere conclusie komt: „Het is ontstellend dat dezelfde mensen die daar zijn om die vrouwen en meisjes te beschermen, hun positie misbruiken en ze in plaats daarvan exploiteren.”
Na publicatie van het Amnesty-rapport werd er korzelig gereageerd vanuit de NAVO en de VN. Het meest gehoorde verweer was dat het rapport de situatie van 2002 beschreef en dat er veel was verbeterd nadat tegen diverse mensen vervolging was ingesteld. Volgens Amnesty bleek echter uit onderzoek dat zelfs tot in maart van dit jaar de buitenlanders de belangrijkste klantenkring vormden.
Een min of meer vergelijkbare situatie bestaat bij de VN-vredesmissie in Congo. Er zijn vrij harde aanwijzingen dat militairen uit Marokko en Uruguay seksueel contact hebben met lokale meisjes, die door gaten in het hek in het kamp komen. Het loon bestaat uit voedsel, waarmee de jonge moeders terugkeren naar hun kinderen, die ze kregen na verkrachtingen door rondtrekkende rebellen.
„In Kosovo zijn prostitutie en mensensmokkel geheel met elkaar vergroeid”, zegt dr. Mendelson. „Bij een internationale organisatie als de NAVO hebben alle lidstaten hun eigen regels. In sommige landen is het niet strafbaar om als militair een prostituee te bezoeken. Maar er is geen enkel NAVO-land waar het wettig is om gebruik te maken van een seksslavin.”
Omdat de seksindustrie zo nauw verbonden is aan de vrouwenhandel, gaan vredessoldaten gauw de fout in. „Als je in een bar bij een vrouw zit en je vraagt haar met je mee te gaan, maar ze weigert dat omdat ze geen paspoort heeft, weet je hoe laat het is. Ook wanneer een buitenlandse vrouw zich aanbiedt, is er voldoende reden om wantrouwen te hebben. Op dit soort punten zullen de lidstaten hun personeel beter moeten trainen.”
De boodschap van het NAVO-document is dan ook heel duidelijk, volgens Mendelson. „Het zegt gewoon dat niemand recht heeft op seksueel contact met een gesmokkelde vrouw. Dat betekent immers rechtstreekse deelname aan mensensmokkel. In de praktijk betekent dit dat je als vredessoldaat op de Balkan beter niet meer naar een bordeel kunt gaan.”
Eigenlijk is Mendelson nog verbaasd over de krachtige toon die de NAVO aanslaat. „In maart 2000 was ik met een groep op excursie bij het NAVO-hoofdkwartier en ontmoetten we ook de hoogste top. Toen ik dit onderwerp met enkele praktijkgevallen ter sprake bracht, keek iedereen maar wat voor zich uit. Hier en daar werd het ook goedgepraat. Dat was deels ook onervarenheid, omdat de NAVO toen nog maar een jaar of vier operaties uitvoerde. In alle latere contacten bleek de NAVO het onderwerp echter veel beter op te pakken dan de Verenigde Naties.”
Toen ze zich vaster in de zaak beet, merkte de Amerikaanse specialist bij sommige lidstaten ook harde weerstand tegen haar opstelling. „Ik noem geen landen. Wel is het zo dat ambassadeurs van enkele landen waar prostitutie legaal is zich ongemakkelijk voelden. Het recht op een eigen seksueel leven zou worden beperkt. Of ze dachten dat hun nationale soevereiniteit op het spel werd gezet. Maar ik ga ervan uit dat ook de Nederlandse burger niet wil dat hun vredestroepen geld besteden bij de georganiseerde criminaliteit.”
Het was vooral de Amerikaanse regering die voldoende macht én motivatie had om de zaak door te drukken. „Begin vorig jaar kwam Bush met een presidentiële richtlijn waarin hij voor alle overheidspersoneel alle contacten met mensensmokkel verbood. Binnen de ministeries in Washington was dit al veel langer een discussiepunt. Inmiddels heeft de NAVO nu dus ook een beleidslijn.”
Het is niet alleen een morele zaak of een kwestie van mensenrechten, zegt Mendelson. „De mensensmokkel is deel van de georganiseerde misdaad, die alles wil afbreken wat vredestroepen opbouwen. Bovendien zit er een groot risico van chantage aan zulke seksuele contacten. Er zijn voorbeelden van seksslavinnen die in legerkampen kwamen en daar makkelijk spionagewerk konden doen voor de zware criminaliteit. Ook zijn er gevallen waar poortwachters werden omgekocht. Dat is een enorm veiligheidsrisico.”
Mendelson weet dat een NAVO-voornemen nog maar het begin is. Het hangt van alle 46 NAVO-(partner)landen af hoe scherp het in wetgeving wordt omgezet en hoe hoog de straffen zullen zijn. „Ik verwacht dat enkele landen de toon zullen aangeven in goede training. Uiteindelijk moet het zo ver komen dat je dit goed in orde moet hebben voordat je als land serieus te nemen bent als lid van een vredesmacht.”