Schip Rutte III loopt al snel na het afvaren averij op
Het schip Rutte III is amper op stoom of het loopt al averij op. Het aftreden van minister Zijlstra verwondt niet alleen hemzelf, maar ook de premier en eigenlijk de hele coalitie.
Je kunt er de klok op gelijkzetten. Als een minister aftreedt vóór hij zich in de Kamer heeft verdedigd, richt de schijnwerper van het Binnenhof zich meteen op de premier. Immers, híj zit er nog. Híj moet nu de kastanjes uit het vuur halen.
Zo ging het ook dinsdagavond na het overrompelende aftreden van VVD’er Zijlstra als minister van Buitenlandse Zaken. In het debat dat volgde mocht Rutte de klappen opvangen.
Het zwaarste verwijt dat de oppositie hem maakte, is dat de premier al twee weken wist van de leugen van Zijlstra over diens aanwezigheid in Poetins datsja, maar dat hij de Kamer daarover niet informeerde. Terwijl het toch niet om kruimelwerk ging. Een minister van Buitenlandse Zaken die fabuleert over zijn contacten met een wereldleider, verliest al snel in alle opzichten zijn geloofwaardigheid. En zou dát risico dan niet iets zijn om metéén met de Tweede Kamer, dé controleur van de regering, te delen?
Ruttes verweer kwam niet krachtig over. Volgens hem was het een kwestie „van wegen”. Híj had de afweging gemaakt dat, toen Zijlstra hem per telefoon vertelde „dat er een rotstuk van de Volkskrant zat aan te komen”, eerst dat krantenartikel maar eens af te wachten. Want het was toch mooi als zijn vriend eerlijk een fout ging rechtzetten? En het zou toch rommelig zijn geweest om door die procedure met het dagblad al gelijk heen te fietsen?
De oppositie kon er met haar pet niet bij. Oh, dus om de Volkskrant een primeur te gunnen, bleven wij van cruciale informatie verstoken? En al die tijd was onze minister van Buitenlandse Zaken „chantabel” (Baudet), omdat hij een geheim met zich meedroeg?
Zulke termen gingen Rutte echter „veel te ver.” Jawel, hij had fouten gemaakt. De grootste beging hij maandagmorgen. „Toen de Volkskrant met dit artikel kwam, had ik meteen een brief naar de Kamer moeten sturen.” Wat hem echter parten speelde, was dat hij de kwestie twee weken geleden „totaal verkeerd inschatte.” Na een goede uitleg door de bewindsman in het parlement zou de zaak wel weer gesust kunnen worden, meende hij. „Ik zag het niet als een doodzonde.”
Een flink deel van de oppositie kon daar dinsdag weinig mee. Hier was simpelweg artikel 68 van de Grondwet in het geding, betoogde Wilders, die het kabinet verplicht om, ook proactief, alle relevante informatie met het parlement te delen. Zijn motie van wantrouwen werd door vijf fracties (PVV, SP, PvdD, DENK en FVD), samen goed voor 43 zetels, gesteund. Misschien geen catastrofe voor Rutte III, maar wel vervelend voor een kabinet dat steeds naarstig zoekt naar ruimere coalities.
Zo raakt de aftocht van Zijlstra niet alleen hemzelf, maar ook de premier én de hechtheid van de coalitie als geheel. Zijlstra was immers niet zomaar iemand. Hij was een van de voornaamste architecten van dit kabinet. Was Rutte tijdens de formatiebesprekingen vanwege zijn premierschap nogal eens absent, Zijlstra zat altijd aan de tafel. Hij weet alle ins en outs van de gemaakte afspraken; ook wat de achterliggende gedachten waren achter soms algemeen geformuleerde en cryptische frases in het regeerakkoord.
Dat hij er niet meer is, kan de coalitie later best nog opbreken, vooral als er meningsverschillen rijzen over de uitleg van het akkoord. Snel even aan Halbe vragen „wat we ook alweer bedoelden met die drie zinnen op pagina 16”; dat is er dan niet meer bij.