Juncker: minder geld naar rijke EU-landen
Besparingen in de landbouw en minder subsidies aan rijkere landen zijn onvermijdelijk als de EU nieuwe prioriteiten wil kunnen financieren. Die waarschuwing gaf de voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker op een persconferentie in Brussel.
De baas van het dagelijks bestuur van de EU liep vooruit op de informele EU-top eind volgende week, waar de EU-leiders praten over de meerjarenbegroting na 2020 en de Europese verkiezingen in 2019. Juncker wil dat voor de verkiezingen wordt besloten over het zogenoemde meerjarig financieel kader (MFK).
Zonder Groot-Brittannië, dat beloofd heeft nog te betalen tot en met 2020, is er een gat van zeker 12 miljard euro per jaar. In januari zei Juncker al dat de begroting, die nu steeds voor een periode van zeven jaar wordt vastgelegd, omhoog moet. Sommige lidstaten zien in het vertrek van de Britten juist aanleiding om de begroting te snoeien.
EU-commissaris Günther Oettinger (Begroting) wees op nieuwe uitdagingen als de strijd tegen terrorisme en de bewaking van de buitengrenzen die moeten worden gefinancierd. Hij wil alleen nog projecten subsidiëren die „meerwaarde” hebben. In mei presenteert hij concrete voorstellen voor het MFK waarin deze ‘meerwaarde’ wordt uitgelegd. Dan neemt de commissie ook stelling of subsidies moeten worden gekoppeld aan het eerbiedigen van de rechtsstaat.
Oettinger noemde de vraag over wat nettobetalers voor hun geld terugkrijgen „een leeg debat.” Onder meer Nederland betaalt substantieel meer aan de EU dan het ontvangt maar krijgt daarvoor jaarlijks korting. Die dreigt na 2020 te verdwijnen.