Een McDonald’s past niet in een Gallisch dorp
Met Alexei, een geboren Rus, volg ik het nieuws over een Franse burgervader die zich met hand en tand verzet tegen de komst van een McDonald’s in zijn gemeente. Hij wil geen junkfood in zijn dorp.
Onbewogen kijkt Alexei voor zich uit. Vanonder zijn blonde piekhaar tovert hij bij tijd en wijle een vermoeide glimlach tevoorschijn. De wallen onder zijn ogen maken dat hij er nog somberder uitziet dan twee weken geleden, toen ik hem naar het vliegveld bracht.
Rusland heeft alle oude treinen vervangen, vertelt hij, en alle borden zijn in het Chinees. „In het Chinees, geloof je dat?” Hij kan erom lachen. Het land van zijn vader is niet meer.
Zijn vader zelf trouwens ook niet. Een week geleden brachten zijn kameraden hem de laatste eer. Een hoge militair was hij, begraven in een uniform vol sterren.
Alexei leek voorbestemd om ook zo’n carrière te krijgen. Hij werd opgeleid als onderhoudsmonteur van radarinstallaties die de oostkust van de Verenigde Staten in de gaten moesten houden. In de kazernes hingen grote borden die de soldaten eraan moesten herinneren wie de imperialistische vijand was.
Maar Alexei vond alles best en vertrok naar New York. Hij pakte een stel kwasten en liep een Française tegen het lijf. Na jaren aan de Amerikaanse oostkust te hebben gewoond, vertrok de kunstenaar met zijn vrouw naar Frankrijk. Daar liep het huwelijk stuk en sindsdien vang ik hem op.
Op een avond eten we pizza. Mijn zoons vragen Alexei uit over het land van zijn vader. Jullie waren dus vijanden, zeggen ze tegen ons. We knikken. Als hij tegen tienen opstaat en ik de dozen opruim, valt mijn oog op een bericht dat mijn tablet kort doet oplichten. Ik gebaar Alexei om even mee te lezen. Over imperialisme gesproken. Mijn vingers glijden over het scherm.
De burgemeester van de kustplaats Dolus-d’Oléron, Grégory Gendre, wil voorkomen dat er binnen zijn gemeente een restaurant van McDonald’s wordt gevestigd. Tot september wees hij een bouwvergunning steeds af, om telkens weer andere redenen. Dan weer waren de speeltoestellen te hoog, dan weer zou de komst van een restaurant gevolgen kunnen hebben voor de verkeersveiligheid.
Toen kreeg justitie genoeg van de halsstarrige burgemeester en dreigde hem met een boete van 300 euro per dag als hij niet heel snel die vergunning zou afgeven.
Maar Gendre laat zich niet zo snel uit het veld slaan. Al snel viel de vergelijking met de wereld van stripheld Asterix. Dolus-d’Oléron was een klein Gallisch dorp aan de kust dat strijdt tegen de Romeinse overheersing. Een oesterbar op Ile d’Oléron is logisch, een hamburgertent die symbool staat voor junkfood en westerse welvaartsziekten is dat niet.
Op televisie zag ik een reportage waaruit bleek dat er in de kustplaats zowel voor- als tegenstanders zijn. De ene groep roept dat mensen de vrijheid moeten hebben om te eten wat ze willen. Anderen vragen zich af of de komst van een McDonald’s wel echt nodig is.
Alexei vindt het moedig van de burgemeester om zo lang mogelijk voet bij stuk te houden: goed dat iemand er alles aan doet om de consumptie van gezond en biologisch voedsel te stimuleren. Hij staat daarin niet alleen. Een groeiend aantal Fransen is bereid om het geld voor de dagelijkse boete voor de burgervader bijeen te harken.
Van Alexeis vader had hij zeker een ster gekregen.