LCJ-conferentie 30+: christenen werken schouder aan schouder
In de herbouw van Jeruzalem door Nehemia ligt een les: zoals de bouwers troffel én zwaard hanteerden, zo moeten christenen bidden én werken, aldus ds. A. D. Fokkema zaterdag op een conferentie in Wijk aan Zee.
De eerste Bijbelstudieconferentie voor dertigplussers trok meer dan tachtig deelnemers. Op de interkerkelijke conferentie, georganiseerd door het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ) van de Christelijke Gereformeerde Kerken, stond Nehemia centraal. Op zondag bezochten deelnemers ’s morgens een dienst van de christelijk gereformeerde kerk in Ouderkerk aan de Amstel; ’s middags gingen ze naar de hersteld hervormde gemeente in Haarlem.
Gebedsverhoring
Ds. Fokkema, predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Kerkwerve, ging zaterdagmorgen dieper in op het thema ”Bouwen met Nehemia”. Voor Nehemia is het feit dat hij van koning Arthasasta naar Jeruzalem mag gaan gebedsverhoring. „Het laat zien dat gebedsverhoring niet betekent: „Nu ben ik er.” Hier past meer de groet voor mensen die pas geloofsbelijdenis hebben gedaan: „Welkom in de strijd.””
Het bouwen aan de stad begint met het inspecteren van de muren. Het is zo’n rommel dat er voor Nehemia’s rijdier geen doorkomen aan is. „Hoe is het met Sions muren? Die vraag moet je ook in je eigen leven eens stellen. Waar zijn de bressen, waar brak de vijand door? Daar is puin te ruimen. Nee, ik bedoel niet dat je oude zaken op moet rakelen. Maar als er zaken zijn waarmee je niet in het reine bent gekomen, die niet zijn uitgepraat en beleden, dan is er werk te doen. We moeten die zaken eerlijk onder ogen zien en vergeving zoeken.”
De opbouw van de stad Jeruzalem is een project waar verschillende mensen aan meewerken: priesters, kruideniers, goudsmeden – ze werken allemaal schouder aan schouder. Ds. Fokkema trekt er een les uit. Gelovigen moeten niet individualistisch zijn, zegt hij, maar gezamenlijk werken aan de kerk. Het feit dat zelfs priesters en goudsmeden het grove bouwwerk ter hand nemen laat zien dat er in het Koninkrijk van God geen erebaantjes zijn.
Vijanden
Tijdens de bouw van de stadsmuren ligt de vijand steeds op de loer. Het mishaagde Sanballat en Tobia dat er iemand gekomen was die het goede zocht voor Gods volk, staat er in de Bijbel.
Ds. Fokkema: „Daar zit iets satanisch in. En Sanballat en Tobia gebruikten een wapen dat ook tegen christenen in ons werelddeel veel wordt gebruikt: de spot. We kijken vaak naar christenvervolging in andere werelddelen, maar in Europa zet satan andere wapens in. Want waarom kruipen wij westerse christenen zo in ons schild? Omdat mensen tegen ons zeggen: „Ach, doe niet zo moeilijk. Wees niet zo precies.”
Nehemia voelt de kracht van die spot haarfijn aan. „Maar hij is er niet door bezweken. Hoe gaan wij om met spot en hoon?”
Ondanks alle tegenstand gaan Nehemia en zijn helpers dapper door. „Ze volharden in het bouwen van de stad omdat God voor hen strijdt.”
De bouw wordt voltooid. Jeruzalem is weer gerestaureerd en het volk kan er weer wonen. „Als jij zo, biddend en bouwend, bezig mag zijn, geldt ook voor jou dat de Heere Zijn werk voltooit. De Heere zal Zijn werk voor ons voleinden.”