Zijlstra betuigt spijt over leugen
Minister Halbe Zijlstra van Buitenlandse Zaken betuigt spijt over de leugen die hij heeft verteld over zijn ontmoeting met de Russische president Vladimir Poetin.
„Het was dom, onverstandig en het spijt me dat ik het op deze manier heb aangepakt”, aldus Zijlstra. De minister had na onderzoek door de Volkskrant al toegegeven dat hij Poetin in 2006 niet zelf had horen praten over een ‘Groot-Rusland’, maar dat hij het alleen van iemand anders had gehoord.
In een eerdere verklaring had hij dit al „onverstandig genoemd”.
Hij denkt nog wel geloofwaardig te zijn. „Bij geloofwaardigheid hoort volgens mij ook dat je zo’n domme fout toegeeft.”
Op de vraag of hij aanblijft antwoordt hij dat dit aan de Tweede Kamer zal zijn. Het debat over de kwestie is dinsdag. „We zullen moeten kijken hoe het debat gaat. Ik heb destijds een onverstandige, je mag zelfs zeggen domme keuze gemaakt door degene die mij het verhaal vertelde te willen beschermen op een manier door het naar mezelf toe te trekken”.
Zijlstra hoopt de Kamer te kunnen uitleggen waarom hij het zo heeft gedaan.
De VVD-minister wil de identiteit van zijn bron naar eigen zeggen nog altijd niet onthullen, vanwege de mogelijke gevolgen voor deze persoon en zijn bedrijf. „Het verhaal klopt, dat heeft die persoon ook bij de Volkskrant bevestigd.” Zijlstra zegt het in december ook al tegen een journalist te hebben gezegd, maar dat er toen niets mee is gedaan.
De minister vindt nog steeds dat hij de inhoud van het gesprek met Poetin naar buiten moest brengen. Dit omdat de boodschap volgens hem „geopolitiek” van groot belang is. „De wijze waarop ik dat gedaan heb is gewoon dom”. Zijlstra heeft naar eigen zeggen geen leugens over Rusland verteld. „Ik heb alleen leugens over mezelf verteld”.
Zijlstra snapt dat hem nu ook naar andere ervaringen wordt gevraagd, zoals zijn aanwezigheid bij een bomaanslag in Colombia. Volgens hem is dit wel echt gebeurd en was het een traumatische ervaring. „Het heeft mij jarenlang gekost om hier überhaupt iets over te kunnen zeggen. Ik heb alleen geen getuigen.”