Doden bij geweld mijnbouw Venezuela
Bij gevechten in het oosten van Venezuela tussen militairen en illegale mijnwerkers zijn bijna twintig burgers om het leven gekomen. Venezolaanse media meldden maandag dat de plaatselijke autoriteiten gewelddaden hebben bevestigd, maar geen aantallen slachtoffers noemen.
Het is volgens de autoriteiten gebeurd in een mijnbouwgebied dat geplaagd wordt door geweld. In de streek op ruim 800 kilometer van de hoofdstad Caracas wordt goud, diamant en coltan gedolven.
Volgens de gouverneur van de betrokken deelstaat Bolívar, Justo Noguera, waren het illegale mijnwerkers die in het weekeinde militairen bij een mijn in Guasipati hebben aangevallen. De soldaten sloegen de aanval af.
Een lid van het nationale parlement en opposant van president Nicolás Maduro zei dat volgens nabestaanden de slachtoffers zijn geëxecuteerd en niet in gevechten zijn gedood. Ze eisen een onderzoek naar „de massamoord die is gepleegd door de narcodictatuur”. Daarmee bedoelen ze het regime van Maduro.
Venezuela dreef lang uitsluitend op olie zonder veel interesse in andere bronnen van inkomsten. Nu ook de staatsoliemaatschappij PDVSA door wanbeleid in problemen verkeert, is mijnbouw als inkomstenbron in beeld. Maar de overheid mist middelen om die ter hand te nemen en besteedt die volgens Venezolaanse media uit aan allerlei ondernemingen die lokaal machtig kunnen worden. Bovendien bemoeit het leger zich ermee.
De impopulaire Maduro houdt ondanks de tekorten en de ingestorte economie de macht dankzij getrouwen in het leger. Die zouden in ruil voor hun loyaliteit hun inkomsten mogen aanvullen met winsten op de zwarte markt, behaald en met smokkel van drugs en delfstoffen.