Feiten uit de zaak-Dutroux
Een overzicht van belangwekkende feiten in de zaak tegen Marc Dutroux.
26 april 1989: Dutroux wordt veroordeeld voor de verkrachting van vijf meisjes in 1985 en 1986.
8 april 1992: Dutroux komt vervroegd vrij uit de gevangenis, waar hij een straf van 13,5 jaar uitzat.
24 juni 1995: De 8-jarige meisjes Julie Lejeune en Melissa Russo worden ontvoerd in Grâce-Hollogne, een buitenwijk van Luik.
22 augustus: De 17-jarige An Marchal en de 19-jarige Eefje Lambrecks worden in Oostende gekidnapt.
6 december: Dutroux wordt aangehouden op beschuldiging van autodiefstal en gijzeling en moet de cel in.
13 december: Nadat er maandenlang tips van getuigen en de moeder van Dutroux binnengekomen zijn, doorzoekt opperwachtmeester René Michaux het huis van Dutroux in Marcinelle. Er worden kinderstemmen gehoord, maar Michaux gaat ervan uit dat die van buiten komen. Bij een tweede huiszoeking een week later wordt niets gevonden of gehoord.
20 maart 1996: Dutroux wordt vrijgelaten.
28 mei: De 12-jarige Sabine Dardenne wordt in het Waalse Kan ontvoerd.
9 augustus: De 14-jarige Laetitia Delhez wordt na het verlaten van het zwembad in Bertrix ontvoerd.
13 augustus: Dutroux, zijn vrouw Michelle Martin en een vriend, Michel Lelièvre, worden gearresteerd op basis van verklaringen van getuigen die op de dag dat Laetitia verdween in Bertrix een wit bestelbusje van Dutroux hadden gezien.
15 augustus: De politie ontdekt Sabine en Laetitia, die verborgen zaten in een cel in de kelder van Dutroux’ huis.
16 augustus: De politie arresteert Michel Nihoul op verdenking van samenzwering omdat hij Dutroux geholpen zou hebben bij de ontvoeringen.
17 augustus: De lichamen van de eerste slachtoffers, Julie en Melissa, worden opgegraven in de tuin van een huis dat Dutroux bezit in Sars-La-Buissière. De meisjes zouden de hongerdood gestorven zijn. In dezelfde tuin wordt ook het lichaam ontdekt van Bernard Weinstein, een Franse kompaan van Dutroux. Dutroux vermoordde hem vermoedelijk kort na zijn vrijlating in maart van dat jaar.
18 augustus: Dutroux en Lelièvre bekennen de ontvoering van An en Eefje, maar ontkennen dat de tieners zijn vermoord.
3 september: De politie vindt de lichamen van An en Eefje onder een schuurtje bij Weinsteins huis, dicht bij het Waalse Jumet. Ze zouden levend begraven zijn.
15 oktober: Het spaghetti-arrest: het hof van cassatie haalt onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte van de zaak nadat hij een spaghettifeest had bijgewoond dat door de ouders van de vermoorde meisjes was georganiseerd. De advocaten van Dutroux voeren aan dat een eerlijk verloop van het onderzoek in het gedrang is gekomen.
20 oktober: De Witte Mars. Zo’n 300.000 mensen demonstreren in Brussel om hun verontwaardiging over de vertragingen en fouten in het onderzoek naar Dutroux te ventileren.
24 oktober: Uit vrees dat het Dutroux-onderzoek wordt verknoeid, roept het Belgische parlement een commissie in het leven om de problemen te onderzoeken en op te lossen.
15 april 1997: De commissie-Dutroux levert vernietigende kritiek op de politie en het ministerie van Justitie, die een puinhoop maakten van de onderzoeken naar de verdwenen meisjes, die ondanks herhaalde waarschuwingen van getuigen niet gered werden. Premier Jean-Luc Dehaene geeft de opdracht om politie en rijkswacht te hervormen, wat zal uitmonden in een gecombineerde politiemacht.
6 mei: De commissie-Dutroux gaat opnieuw aan het werk en onderzoekt ditmaal of Dutroux door hooggeplaatste figuren wordt beschermd.
18 februari 1998: In het tweede rapport van de commissie staat dat de bende van Dutroux geen bescherming van hogerhand genoot, maar indirect wel profiteerde van corruptie, slordigheid en professionele onbekwaamheid.
31 maart: Het Europees Centrum voor Verdwenen Kinderen begint zijn werkzaamheden, nu bekend als Child Focus.
23 april: Dutroux ontsnapt aan zijn bewakers in het gerechtsgebouw van Neufchâteau, maar wordt vier uur later in omliggende bossen weer gepakt. Minister van Binnenlandse Zaken Johan Vande Lanotte en minister van justitie Stefaan De Clerck bieden diezelfde dag nog hun ontslag aan. Dutroux wordt in juni 2000 veroordeeld tot vijf jaar cel voor de ontsnappingspoging.
14 juli 1999: Hubert Massa, advocaat-generaal belast met het dossier-Dutroux, pleegt zelfmoord.
15 december 2000: Nihoul wordt vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs.
15 maart 2002: Onderzoeksrechter Jacques Langlois verklaart het onderzoek naar Dutroux voor voltooid en stuurt het dossier naar de openbare aanklager in Luik.
22 april: Er zijn veertien betrokkenen in de zaak-Dutroux, maar slechts vier mensen worden vervolgd: Dutroux, Michelle Martin, Michel Lelièvre en Michel Nihoul. Niemand moet voor de dood van Julie en Melissa terechtstaan.
30 april 2003: De Luikse rechter begint met de samenstelling van een twaalfkoppige jury voor het proces.
1 maart 2004: Het proces-Dutroux begint in Aarlen.
14 juni: Na 56 procesdagen trekken de twaalf juryleden zich terug in een kazerne buiten Aarlen, om zich in volledige afzondering te buigen over de schuld of onschuld van de verdachten op de in totaal 243 punten tellende aanklacht.
17 juni: Dutroux wordt onder meer schuldig bevonden aan drievoudige moord, Martin aan de fataal afgelopen opsluiting van Julie en Melissa, Lelièvre aan medeplichtigheid bij de ontvoeringen en Nihoul aan het lidmaatschap van een bende mensensmokkelaars.
22 juni: Dutroux wordt tot levenslang veroordeeld. Martin moet 30 jaar de cel in, Lelièvre 25 en Nihoul 5.