Is Trumps “strategie van de bloedneus” zinnig of zot?
Noord-Korea militair hard aanpakken is onmogelijk, want dat leidt tot een verwoestende oorlog. Daarom probeert de Amerikaanse president Trump zijn collega Kim Jong Un op de knieën te dwingen met de „strategie van de bloedneus”. Werkt dat?
Eind vorig jaar kwam de Wall Street Journal met een verhaal over de „bloody nose-strategy”: de strategie van de bloedneus, uitgedacht en gekoesterd door adviseurs van de Amerikaanse president Trump. Het idee is dat een beperkte militaire aanval op een raketinstallatie of kernreactor in Noord-Korea mogelijk is zonder dat er een totale oorlog uitbreekt.
Kim Jong Un met zo’n chirurgische aanval als het ware een bloedneus verkopen, zou hem wel eens tot zijn verstand kunnen brengen en doen beseffen dat Amerika doet waarmee het dreigt. In kringen rond Trump zou de bloedneus-aanpak steeds populairder worden.
Het is niet de eerste keer dat deze optie wordt overwogen. In 1994, toen Pyongyang zijn beruchte kernreactor bij Yongbyon had gebouwd, overwoog Washington het gebouw met Tomahawk-kruisraketten te vernietigen.
Daarnaast wordt Israël vaak als lichtend voorbeeld gezien van zulk „daadkrachtig optreden”. Zo verwoestten Israëlische gevechtsvliegtuigen in 1981 een Iraakse kernreactor-in-aanbouw bij Osirak. In 2007 gebeurde hetzelfde in Syrië.
Van Trump kan iedereen weten dat hij ook tegen Kim Jong Un militaire actie niet schuwt. Met uitspraken over „fire and fury” en over „diplomatie als verspilde tijd” laat de president telkens weer weten nog maar één optie te zien: militair optreden. Is het bluf? Blijven het woorden zonder daden?
De Koreanen lijken Trumps oorlogstaal in ieder geval wel te vrezen, zo blijkt uit hun opstelling tijdens de Olympische Winterspelen die vrijdag van start gaan in Zuid-Korea. Waarnemers zien in de snel geregelde deelname van Noord-Korea aan de spelen hét bewijs dat de dreiging van Trump werkt. Zowel Noord- als Zuid-Korea zouden beducht zijn voor een militaire uithaal van Amerika in de richting van Kim en ze proberen dat te voorkomen door zich nu als sportieve vriendjes te presenteren. Een proces van toenadering zal Trump niet verstoren met wapengekletter, zo wordt gehoopt.
Of dat de Amerikaanse president ervan zal weerhouden om zijn vuist te blijven ballen, is nog maar de vraag. Hij zal dat misschien niet doen tijdens de spelen, maar daarna liggen alle opties weer open. De Noord-Koreaanse aanpak is al te doorzichtig.
Het motto ”al pratend doorvechten” is altijd al een geliefd en beproefd concept onder Noord-Koreaanse diplomaten geweest. Het houdt in dat je inbindt op momenten dat de druk op het land gevaarlijk hoog wordt, bijvoorbeeld door overleg voor te stellen. Daarmee breng je je belager in verwarring. Zodra de druk vermindert en er, als beloning voor goed gedrag, concessies door diezelfde belager zijn gedaan, kun je weer terugkeren naar de oude situatie. Dat is: je rug recht houden en doorgaan waarmee je bezig was, waaronder het verder ontwikkelen van kernwapens.
Noord-Korea’s deelname aan de Winterspelen past perfect in dit model van pappen en nathouden, met als doel om een militaire aanval van buiten te voorkomen.
Maar daarmee blijft het de vraag staan of een beperkte militaire actie tegen Noord-Korea mogelijk is. Zal de „strategie van de bloedneus” niet leiden tot escalatie en een totale oorlog uitlokken?
Ja dat zal het, waarschuwde de nucleaire strateeg Van Jackson vorige maand. Hij noemt de bloedneus-aanpak dan ook een „desastreuze vergissing”. Jackson is ervan overtuigd dat Kim Jong Un zo’n precisie-aanval zal uitleggen als het begin van een totale oorlog waarop maar één antwoord past: de strijd dusdanig laten escaleren dat de Amerikaanse aanvaller alsnog eieren voor zijn geld kiest.
Dat kan hij doen door bijvoorbeeld de hoofdstad van Zuid-Korea Seoul (10 miljoen inwoners) zwaar onder vuur te nemen, door kernwapens in te zetten tegen Amerikaanse bases en door burgerdoelen op het Amerikaanse vasteland te bestoken.
Niet doen dus, is zijn advies. Of Trump zich daaraan iets gelegen laten liggen? Na de spelen zullen we het te weten komen.