Tientallen doden door gevechten in Ingoesjetië
In de Russische deelrepubliek Ingoesjetië, die grenst aan Tsjetsjenië, is in de nacht van maandag op dinsdag hevig gevochten. Volgens een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken van Ingoesjetië vielen er 48 doden, bijna allemaal agenten en burgers. Zestig mensen raakten gewond. Russische persbureaus meldden dat onder de doden minister Aboekar Kostojev van Binnenlandse Zaken is.
Naar schatting tweehonderd strijders, vermoedelijk uit Tsjetsjenië en Noord–Ossetië, vielen regeringsgebouwen, politiebureaus, wapendepots en controleposten in de hoofdstad Nazran en de steden Karaboelak en Sleptsovsk aan. In Nazran bezetten zij enkele uren het ministerie van Binnenlandse Zaken. Hier ging ook het hoofdbureau van politie in vlammen op.
De rebellen trokken zich in de ochtend terug. Troepenversterkingen zijn naar het gebied gestuurd. Het leger zou inmiddels een groot aantal rebellen hebben ingesloten in een bos in de buurt van Galasjki nabij Nazran. Gevechten zijn hier uitgebroken, aldus een militaire commandant. De guerrilla’s zouden proberen het westen van Tsjetsjenië te bereiken.
De Russische president Vladimir Poetin zei in een eerste reactie dat met de opstandelingen moet worden afgerekend. „Zij moeten worden gevonden en vernietigd. Zij die levend kunnen worden gepakt, moeten aan rechtbanken worden overgedragen", zei het staatshoofd tijdens een ontmoeting dinsdag met zijn topadviseurs op veiligheidsgebied.
Burgers in de drie steden brachten een angstige nacht door, aldus getuigen. Zij hoorden machinegeweervuur, ontploffende mortiergranaten en overvliegende gevechtshelikopters. „Veel mensen zijn in paniek en willen zodra het ochtend is de stad verlaten", zei een inwoner van Nazran tegen het persbureau AFP. „Sommigen willen zelfs terug naar Tsjetsjenië."
Het was de meest spectaculaire operatie van de rebellen buiten Tsjetsjenië in jaren. Vorige week zei rebellenleider Aslan Maschadov dat zijn strijders van tactiek zouden veranderen. „Hiervoor concentreerden wij onze inspanningen vooral op sabotagedaden, maar we zijn van plan spoedig actieve militaire acties te beginnen", zei hij aldus de BBC.
President Moerat Zjazikov van Ingoesjetië heeft met ingang van woensdag een driedaagse periode van rouw afgekondigd. „Dit was bedoeld om de situatie te destabilisteren", zei hij volgens het persbureau Interfax. Volgens de pro–Moskou minister van Binnenlandse Zaken van Tsjetsjenië zit rebellenleider Basajev achter de aanvallen.
Ingoesjetië herbergt tienduizenden ontheemden die zijn gevlucht voor de oorlog in Tsjetsjenië. Separatisten vechten daar al een tiental jaren voor onafhankelijkheid van de Kaukasusrepubliek. Door de oorlog is de infrastructuur in Tsjetsjenië voor een groot deel vernietigd. De strijd heeft aan tienduizenden mensen het leven gekost.
Rusland stuurde in oktober 1999 tienduizenden militairen naar deze afvallige republiek in wat het een „grootschalige operatie tegen terrorisme" noemde. Het Kremlin houdt vol dat de oorlog voorbij is en de situatie genormaliseerd. De guerrillaoorlog die nog bijna dagelijks levens eist, bewijst echter het tegendeel.
Ook de hoofdstad Machatsjkala van het naburige Dagestan was in de nacht maandag op dinsdag het toneel van gevechten. Daar hebben Russische speciale troepen ’s morgens vroeg ingegrepen. Zij omsingelden een huis waar gewapende mannen zich hadden verschanst en vielen aan. Twee strijders werden gedood en een onbekend aantal gearresteerd.