Binnenland

Koerdisch gezin: Turkije vermoordt onze familie in Afrin

„Wereld, stop de Turkse bombardementen op ons volk.” Dat is kort en goed de boodschap van de in de Syrische regio Afrin geboren Koerden S. (53), haar man M. (59) en dochter E. (31). „In Nederland hebben zelfs dieren rechten. Maar voor Turkije is een Koerd minder waard dan een hond.”

3 February 2018 20:20Gewijzigd op 16 November 2020 12:33
Een gedesoriënteerd Koerdisch kind kijkt verdwaasd om zich heen in de door bombardementen getroffen stad Afrin. Het Turkse leger begon twee weken geleden een offensief in de Noordwest-Syrische regio. Het aantal burgerdoden en -gewonden loopt mogelijk in d
Een gedesoriënteerd Koerdisch kind kijkt verdwaasd om zich heen in de door bombardementen getroffen stad Afrin. Het Turkse leger begon twee weken geleden een offensief in de Noordwest-Syrische regio. Het aantal burgerdoden en -gewonden loopt mogelijk in d

Echtgenoot en dochter ogen gelaten onder het Turkse offensief. Maar moeder is emotioneel, zeker als ze beelden uit het oorlogsgebied laat zien. Het echtpaar groeide op in Afrin en vluchtte in 2013 naar Nederland. Dochter E. volgde met haar man en kinderen enkele jaren later. In het appartement van het echtpaar vertellen ze hun verhaal.

De drie woonden in Haj Khalil, een aan Turkije grenzend dorp dat zo’n 30 kilometer ten noordwesten van de stad Afrin ligt. Hun familie woont daar nog. Onder wie de 75-jarige moeder, de broer en zus van S. en de 84-jarige moeder en de broer van M.

De dochter wijst naar een foto van een grote groep kinderen in het donker onder een brug. „Hier schuilen ze voor de Turkse bombardementen die dag en nacht doorgaan. Zo’n vijftig gezinnen hebben er hun schuilplaats. Het is daar verschrikkelijk. Bedenk dat de temperatuur daar ongeveer hetzelfde als in Nederland.”

Ondertussen bombardeert het Turkse leger hun huizen. ’s Nachts zijn de aanvallen het hevigst, dus ook onder de brug doen de meesten geen oog dicht. Als het overdag soms even rustiger is, haasten waaghalzen zich naar het dorp om eten te koken.

De Koerden hebben dagelijks contact met hun familie. „Woensdag belde mijn zwager”, zegt S. met verstikte stem. „Hij zei: „Zorgen jullie voor mijn kinderen als ik niet meer leef? Misschien ben ik er over vijf minuten niet meer.” Dit is zó pijnlijk om te horen. Wij voelen ons machteloos. Het liefst zouden we daar zijn. Desnoods om met onze familie te sterven.”

Tot dusver leven al hun familieleden nog en raakte niemand gewond. Maar ze hebben wel kennissen die zwaar zijn getroffen. De moeder: „Wij kennen een vrouw die ernstig gewond in het ziekenhuis ligt. Ook haar dochter ligt daar. Zonder benen. Een zoon is omgekomen. Triest, want haar man en andere zoon zijn in Duitsland. De vrouw en kinderen konden daar nog niet heen omdat de echtgenoot nog geen verblijfsvergunning heeft.”

Op haar telefoon toont de vrouw foto’s uit het gebied. De gruwelijkste taferelen komen voorbij. Het heftigste beeld is dat van een vrouw en kind op de grond. S. begint zwaar te ademen als ze de foto laat zien. Het hoofd van de moeder is eraf. Naast haar ligt een been. Tranentrekkend is een foto van een jongetje met bebloed gezicht dat onwezenlijk naar zijn dode vader staart. Op de afbeeldingen is ook de ravage goed te zien. Zelfs een begraafplaats is grotendeels verwoest.

Schokkend is de video van een Koerdische strijdster. Ze ligt op haar rug op straat met ontbloot bovenlijf. Haar borsten zijn eraf gesneden. Een soldaat schopt tegen haar grotendeels verbrande lichaam. „Erdogan is moslim”, schampert de dochter. Ze lacht hol. „Als dat zo is, zou hij zulke fascistische dingen niet doen. Wij zijn moslims, maar omdat wij geen hoofddoek dragen en Koerdisch spreken, beschouwt hij ons als terroristen. Maar Erdogan is zelf een terrorist. Hij stuurt jihadisten op ons af en houdt ze de hand boven het hoofd. Toen ik in Turkije woonde, kwamen er elke dag mensen van IS naar onze flat. „Allahoe Akbar”, riepen ze. „We gaan op jihad naar Kobani.” De Turkse politie lachte, dronk koffie met hen en deed niets. Nu vechten deze jihadisten tegen onze familie in Afrin.”

Bij de Koerdische vrouw wisselen gevoelens van machteloosheid en strijdbaarheid elkaar af. „Mijn neven en nichten riepen: „Tante, help ons!””, aldus S., nadat ze zich heeft herpakt. „Dat doen wij door onze stem te verheffen.” Zij en haar dochter liepen al in verschillende demonstraties mee. Ze hekelen de verslaglegging daarvan in sommige media. „Op de NOS zoomden ze vooral in op vlaggen met een afbeelding van PKK-leider Öcalan. Maar de vier Turkse tegendemonstranten die een in een Koerdische vlag gewikkelde jongen van drie oppakten en tegen de grond smeten, toonden ze niet. Ook de Turkse agent die met genoegen traangas op Koerden spoot, hebben we niet gezien.” Zaterdag gaan ze protesteren bij de Tweede Kamer.

De wereld moet wakker worden, stelt moeder en haar dochter knikt instemmend. „Turkije wil ons volk uitmoorden voordat de internationale gemeenschap in beweging komt. Om dat te bereiken, schuwt het zelfs de inzet van clusterbommen niet. Wereld, stop de Turkse bombardementen. Laat zien dat mensenrechten niet alleen op papier bestaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer