Turkse beleid in Midden-Oosten faalde op vrijwel alle fronten
De onrust in het Midden-Oosten over de verklaring van de Amerikaanse president Trump dat Jeruzalem de hoofdstad van Israël is, lijkt weg te ebben. Tot grote frustratie van de Turkse president Erdogan.
Massale demonstraties hierover in Arabische hoofdsteden bleven uit en niemand was hier meer teleurgesteld over dan Erdogan, die bijna wanhopig al zijn kaarten op Jeruzalem had gezet.
Uit een recente opiniepeiling bleek dat een meerderheid in de Arabische wereld negatief over Turkije denkt. Sheikh Abdullah al-Nahayan, minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Arabische Emiraten, besloot onlangs nog wat zout in de Turkse wonden te gooien. Hij nam een tweet over waarin de Turkse Osmanen ervan beschuldigd werden dat ze een eeuw geleden de heilige plaatsen Mekka en Medina hadden geplunderd. Een Arabische plagerij, die Erdogan in zijn presidentiële paleis in Ankara tot razernij bracht.
Het Turkse buitenlandse beleid in het Midden-Oosten heeft op vrijwel alle fronten gefaald. Daarbij speelde de oorlog in Syrië een cruciale rol. In deze oorlog veranderde president Erdogan voortdurend van bondgenoot. Dat ondermijnde de betrouwbaarheid van Ankara.
Erdogan was woedend toen Rusland in 2015 besloot om militair in Syrië te interveniëren. In november van dat jaar haalde Turkije zelfs een Russische straaljager neer. Door de Amerikaanse steun voor de Syrische Koerden zag Erdogan zich echter gedwongen bakzeil te halen en een vernederende gang naar Moskou te maken.
Turkije wordt nu geacht om samen met Rusland en Iran de veiligheid in de zogenaamde de-escalatiezones in Syrië te garanderen. Het einde van dit triumviraat lijkt echter in zicht – en wel door recente ontwikkelingen in de Syrische provincie Idlib.
Idlib was ook tot de-escalatiezone verklaard. Hier werden Turkse militairen gestationeerd die geacht werden radicale islamisten te controleren.
Enkele weken geleden had er echter een merkwaardig incident plaats in de Syrische plaats Khmeimim, waar Rusland een belangrijke militaire basis heeft. Er werden raketten op Khmeimim afgevuurd en volgens sommige berichten zouden hierdoor Russische vliegtuigen zijn vernietigd. Sinds begin dit jaar werden er boven Khmeimim bovendien steeds drones waargenomen die door het Russische leger onschadelijk werden gemaakt.
Moskou is tot de conclusie gekomen dat zowel de raketten als de drones afkomstig waren uit Idlib. Dit betekende dat Turkije zich niet aan de afspraak hield om de rust in Idlib te garanderen.
Het Syrische leger besloot vervolgens om met Russische ondersteuning de aanval op Idlib in te zetten. Een verontruste Erdogan ontbood daarop de Russische en Iraanse ambassadeurs in Ankara om opheldering te eisen, maar kreeg nul op het rekest. Sindsdien ligt Erdogan met Rusland en Iran op ramkoers. Meer oostwaarts in Syrië heeft hij juist de Verenigde Staten zo ongeveer de oorlog verklaard.
Washington had laten weten hier een 30.000 man sterke grenswacht te willen oprichten die voornamelijk uit Syrische Koerden zou bestaan. Erdogan noemde dit echter een „terroristenleger.”
De Verenigde Staten besloten daarom gas terug te nemen en de naam van de verpakking te veranderen. Washington verklaarde geruststellend dat er slechts sprake zou zijn van Amerikaanse „adviseurs die lokale groeperingen trainden.”
Dat was uiteraard lood om oud ijzer. Die lokale groeperingen waren vrijwel allemaal Koerdisch, en Turkije liet daarom weten de Amerikaanse verklaring niet te accepteren.
Olijftak
De afgelopen weken had er een massale troepenopbouw plaats in de Turkse provincie Hatay met de bedoeling een grondoffensief te beginnen tegen de Koerden in het Syrische Afrin, dat ten westen van Aleppo ligt.
Een dergelijke militaire operatie was feitelijk onmogelijk omdat bekend was dat er in Afrin Russische militairen waren gelegerd. Zondag begon echter de Turkse operatie ”Olijftak” tegen de Koerden in Afrin. De Russische militairen bleken Afrin geruisloos verlaten te hebben. Erdogan had dus van Moskou groen licht gekregen voor een aanval op de Koerden in Afrin, die de enige Amerikaanse bondgenoot in Syrië zijn. De Turkse militaire actie is dus tevens tegen de Verenigde Staten gericht.