„Islam geen obstakel voor toetreden EU”
De islam in Turkije vormt geen obstakel voor een eventuele toetreding van dat land tot de EU. Turkije kent al heel lang een strikte scheiding tussen kerk en staat.
Dat stelt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in zijn maandag gepresenteerde rapport ”De Europese Unie, Turkije en de islam”.
Veel mensen denken dat Turkije tegen de scheiding van kerk en staat is, bespeurde de raad. Ze vragen zich af of Turkije als moslimland wel past binnen de EU en of de islam eigenlijk wel kan samengaan met democratie en mensenrechten. Die vragen zijn actueel, aangezien de EU in december moet beslissen of Turkije op termijn kan toetreden tot de Unie.
Uit onderzoek van de WRR naar de plaats en de ontwikkeling van de islam in Turkije blijkt dat het land al sinds de jaren twintig van de vorige eeuw een scheiding tussen kerk en staat kent. Die scheiding is niet minder strikt dan in Frankrijk, het land waaraan Turkije graag een voorbeeld neemt. Volgens de raad is ook het Turkse rechtsstelsel geheel geseculariseerd en zijn religieuze symbolen volledig verbannen uit overheidsgebouwen.
Daarbij komt dat de Turkse politieke partijen de principes van de seculiere democratische rechtsstaat altijd hebben aanvaard. Hun achterban is over het algemeen gematigd en moet in overweldigende meerderheid niets hebben van fundamentalistische, intolerante opvattingen.
Toch heeft de WRR zo zijn zorgen. Turkije kent namelijk een stevige, ook inhoudelijke controle van de staat op de religie. De raad vindt dat de EU bij Turkije moet aandringen op een „meer ontspannen omgang” met de religie en op minder controle.
Turkije moet volgens de WRR worden beoordeeld volgens de zogeheten Kopenhagen-criteria, zoals de grondrechten. „Daaronder valt de vrijheid van godsdienst. Dat is diepgeworteld in Europa. Daarom mag je een land niet uitsluiten op grond van religie”, aldus WRR-voorzitter prof. mr. M. Scheltema.