Bonte kraai komt alleen nog in oude boeken voor
Grote zwermen bonte kraaien in Nederland kom je alleen nog tegen in oude boeken. Of je moet het oor te luisteren leggen bij bejaarde vogelaars.
In zijn boek ”Herfst” uit 1910 schrijft Thijsse over bonte kraaien: „Omstreeks den tienden oktober beginnen ze in allen ernst te komen, bij duizenden en duizenden tegelijk.” Rond 1950 telde men nog 100.000 overwinterende bonte kraaien, nu hooguit enkele tientallen.
De vogels blijven liever in hun broedgebieden, in het hoge noorden. Meer aanbod van voedsel, met name in de grote steden van Scandinavië, zorgt ervoor dat de alleseters niet of nauwelijks wegtrekken. Composthopen en vuilnisbelten zijn als tafeltje-dek-je voor ze.
Ook de klimaatverandering kan de vogel in het noorden doen blijven. Gaat een andere wintergast, de grote zilverreiger, zijn plaats innemen?