Rubriek prof. Selderhuis: anti-semitisme de eeuwen door
Steeds vaker wordt melding gemaakt van opkomend antisemitisme en dat is na de verschrikkingen van de Holocaust toch wel verbijsterend. Maandag nog berichtte het Reformatorisch Dagblad uitvoerig over aanvallen op Joden in Frankrijk. Blijkbaar is de haat tegen het Jodendom hardnekkig als onkruid en moet het steeds opnieuw worden bestreden.
Dat laatste kan onder andere door te laten zien hoe in het verleden antisemitisme ontstond, hoe het zich uitte en welke gevolgen dat had. Twee nieuwe boeken gaan in op de vraag hoe vanuit het protestantisme is bijgedragen aan anti-judaïsme en antisemitisme.
Het boek ”Protestantismus, Antijudaismus, Antisemitismus”, dat bij uitgeverij Mohr Siebeck verscheen, bevat 23 stevige studies. Daarin wordt een panorama geboden van hoe in de laatste vijf eeuwen door invloedrijke theologen en theologische bewegingen met name uit de lutherse traditie gesproken is over Joden, het Oude Testament en het volk Israël.
Het beeld dat daaruit naar voren komt is divers. Zo wordt enerzijds duidelijk dat niet alle navolgers van Luther negatief spraken of dachten over het Jodendom. Aan de andere kant blijkt dat er in het protestantisme toch ook velen waren die niet alleen kritisch ten opzichte van het Joodse geloof stonden maar ook de Jood als mens devalueerden. Een belangrijk boek dat kan helpen om te zien waar het in het denken ook bij gelovige mensen mis kan gaan.
In de bundel ”Religionen für Gerechtigkeit in Palästina-Israel”, die onder redactie van de Duitse hoogleraren Ulrich Duchrow en Hans G. Ulrich verscheen, wordt nog een andere zijde belicht. Want naast artikelen over vijandbeelden die onder protestanten over Joden bestaan wordt ook aandacht gevraagd voor het feit dat liefde voor het Jodendom onderdrukking van Palestijnen als gevolg kan hebben. Twee Joodse auteurs hebben bijvoorbeeld kritiek op het feit dat de Joods-christelijke dialoog misbruikt wordt om het bestaan van de staat Israël te legitimeren. Volgens hen kan angst voor antisemitisme en liefde voor het Jodendom ook blind maken voor onrecht dat door Joden wordt begaan.
Politiek
Ook prominente rooms-katholieken hebben zich schuldig gemaakt aan antisemitisme. Een voorbeeld daarvan is keizerin Maria Theresia (1717-1780) van Oostenrijk, over wie historica Barbara Stollberg-Rilinger, hoogleraar aan de universiteit Münster, een omvangrijke en prachtig geschreven biografie publiceerde. Maria Theresia zag zich als de persoon die door God geroepen was om leiding te geven aan een enorm rijk en Stollberg-Rilinger tekent haar ook als een godvrezende vrouw die met grote discipline haar taak verrichtte.
Haar geloof en haar geloofsijver voorkwamen echter niet dat ze een afkeer had van Joden en daar ook politiek vorm aan gaf. Zo gaf zij de aanzet tot een massale verdrijving van Joden omdat zij hen ervan verdacht samen met Pruisen een complot tegen haar en haar rijk te smeden. Midden in de winter moesten bijvoorbeeld de 10.000 Joden die in Praag woonden hun stad verlaten – tallozen stierven onderweg.
De gedachte dat de Joden vijandige complotten smeedden wordt in de geschiedenis continu gebruikt om ze te verjagen of te vernietigen. In het grote en zeer interessante overzicht dat de Duitse historicus Karl Schlögel over de geschiedenis van de Sovjet-Unie publiceerde komt deze complottheorie ook terug. Stalins hetze tegen de Joden kwam voort uit de gedachte dat Joodse artsen een complot tegen hem zouden hebben gesmeed. Leon Trotski, die zich zo voor de Russische Revolutie had ingezet, is slechts een voorbeeld van de vele vooraanstaande Joden die het veld moesten ruimen. Hij werd door Stalin aan de kant gezet en verbannen.
Antisemitisme blijkt in de voormalige Sovjet-Unie overigens een vast onderdeel van de regeringspolitiek te zijn geweest, terwijl de communisten in 1917 een regime omverwierpen dat ook al antisemitisch was. Voor de Joden maakte het dus geen verschil wie er aan de macht was.
Rome
Ook de stad Rome kent een lange geschiedenis van antisemitisme. En ook hier komt de vraag op hoe dat mogelijk is voor een stad die in alle opzichten gestempeld is door het christendom. Wellicht is het maar een zeer beperkte verklaring, maar het is opvallend hoe weinig aandacht het Oude Testament krijgt in de kerkelijke kunst in Rome. De Duitse kunsthistoricus Hans Georg Wehrens publiceerde bij uitgeverij Herder een heel mooi boek over de kerken die tussen de vierde en negende eeuw in Rome werden gebouwd. Het was de tijd waarin aanvankelijk alle Joden uit de stad werden verdreven. Later kregen ze toestemming om terug te keren, zelfs resulterend in de bouw van twaalf synagogen in de stad.
De nabijheid van het Jodendom noch het feit dat de Bijbel meer uit Oude dan uit Nieuwe Testament bestaat, resulteerde in oudtestamentische afbeeldingen in de kerken van Rome. Is dat een oorzaak of een gevolg van antisemitisme? Die vraag is nauwelijks te beantwoorden, maar wie de schitterende afbeeldingen in deze kerken ziet, kan wel tot de gedachte komen dat de afwezigheid van personen en geschiedenissen uit het Oude Testament niet heeft bijgedragen aan een positieve waardering van het Jodendom.
Desondanks bleef de Joodse gemeenschap in Rome de eeuwen door omvangrijk, zoals blijkt uit de getallen die genoemd worden in het aangrijpende boek van de Italiaanse historicus Andrea Riccardi. Hij beschrijft ”de vergeten geschiedenis” van de Joden in de tijd van de Duitse bezetting. Toen in september 1943 de Duitsers Rome in bezit namen, volgden ook maatregelen tot vernietiging van de Joden. Tussen de 2000 en 3000 Joden kwamen om het leven, maar meer dan 10.000 Joden overleefden de oorlog.
Riccardi wijst erop dat het vooral geestelijken in kerken en kloosters waren die hielpen om de Joden tegen de Duitsers te beschermen en hun een verstopplaats boden. Dat mag ook weleens gezegd worden.
”Protestantismus, Antijudaismus, Antisemitismus”, Dorothea Wendebourg, Andreas Stegema und Martin Ohst (red.); uitg. Mohr Siebeck, Tübingen; ISBN 978 3 16 155102 4; 556 blz.; € 89,-; ”Religionen für Gerechtigkeit in Palästina-Israel”, Ulrich Duchrow, Hans G. Ulrich (red.); uitg. Lit Verlag, Münster; ISBN 978 3 643 13767 8; 204 blz.; € 19,90; ”Maria Theresia. Die Kaiserin in ihrer Zeit”, Barbara Stollberg-Rilinger; uitg. C. H. Beck, München; ISBN 978 3 406 69748 7; 1083 blz.; € 34,-; ”Das sowjetische Jahrhundert”, Karl Schlögel; uitg. C. H. Beck, München; ISBN 978 3 406 71511 2; 912 blz.; € 38,-; ”Rom. Die christlichen Sakralbauten vom 4. Bis zum 9. Jahrhundert”; uitg. Herder Verlag, Freiburg; ISBN 978 3 451 38300 7; 412 blz.; € 40,-; ”Der längste Winter. Die vergessene Gerschichte der Juden im besetzten Rom”, Andrea Riccardi; uitg. Theiss Verlag, Darmstadt; ISBN 978 3 8062 3622 4; 464 blz.; € 29,95.