Brexitgesprekken naar volgende fase
De onderhandelingen over de door het Verenigd Koninkrijk gevraagde overgangsperiode na de brexit kunnen van start gaan. EU-ministers voor Europese Zaken hebben maandag het mandaat van hun onderhandelaar Michel Barnier vastgesteld. Ze hadden daar nog geen twee minuten voor nodig, aangezien de ambassadeurs het besluit al hadden voorbereid.
De transitieperiode na de Britse uittreding op 29 maart 2019 mag tot uiterlijk 1 januari 2021 duren, omdat dan de nieuwe meerjarige EU-begroting ingaat. In die overgangsfase gelden voor de Britten in principe alle EU-wetten, ook nieuwe, maar alleen hebben ze geen inspraak meer. Dat betekent bijvoorbeeld dat Londen het gezag van het Europees Hof van Justitie tot en met 2020 moet erkennen.
En omdat het Verenigd Koninkrijk in die periode blijft deelnemen aan de douane-unie en de interne markt, moet het land zich ook blijven houden aan het Europese handelsbeleid. Om te kunnen profiteren van de handelsakkoorden tussen de EU en andere landen, moeten die landen de Britten dat wel toestaan.
Een akkoord over de overgangsperiode maakt deel uit van het uittredingsverdrag, dat in oktober klaar moet zijn. Andere belangrijke zaken daarin zijn afspraken over de ‘brexitrekening’, de rechten van burgers en de Iers-Noord-Ierse grens. „De 27 namen de tekst snel aan en we hopen dat een akkoord met het Verenigd Koninkrijk ook vlug kan worden gesloten”, aldus vicepremier Ekaterina Zaharieva van tijdelijk EU-voorzitter Bulgarije.
Op hun top in maart zouden de EU-regeringsleiders als volgende stap groen licht kunnen geven om te gaan praten over de (handels)relatie na de overgangsperiode. De Britten kunnen in de tussentijd al verkennende gesprekken houden met derde landen over handelsakkoorden, maar die tot nader order nog niet in werking laten treden.