De meeste vluchtelingen zijn gezinnen van het platteland, die leefden van wat ze zelf verbouwden. Ze komen „naakt, uitgehongerd en met opgezwollen benen van het lange lopen” in Luena aan, aldus het hoofd van Caritas, Pedro Dala. Hulporganisaties in de stad zijn volgens Dala overbelast en dreigen onder de werkdruk te bezwijken.

Luena ligt ongeveer 700 kilometer ten zuidoosten van de hoofdstad Luanda en de omgeving van de stad is de laatste tijd het toneel geweest van hevige gevechten tussen het leger en de rebellenbeweging Unita. Unita-leider Jonas Savimbi werd op 22 februari in de buurt van Luena door soldaten doodgeschoten.

Veel mensen die naar Luena trekken hebben malaria of dysenterie en zijn zwaar ondervoed, aldus Dala. Volgens hem sterven onderweg veel heel oude mensen en heel jonge kinderen.

De burgeroorlog, die met enige onderbrekingen al sinds 1975 duurt, heeft 4 miljoen mensen, ofwel eenderde van de bevolking, uit hun huizen verjaagd. Hoewel de Unita heeft gezegd de strijd te zullen voortzetten is de hoop op vrede door Savimbi’s dood toegenomen. Woensdag doodden de rebellen volgens het leger bij een aanval op een dorp in het noordoosten zes mensen. Dertien mensen raakten gewond.