„Pas op voor snelle jongens in zonnepanelen”
De markt voor zonnepanelen is ”booming”. Vorig jaar werden zo’n 3 miljoen zonnepanelen verkocht. Dat was 60 procent meer dan in 2016. Steeds meer mensen overwegen op deze manier groene energie te gaan opwekken.
Het kan dus niet uitblijven: de prijsvechters stormen de zonnepanelenmarkt op. In vijf jaar tijd zijn de panelen al ongeveer 25 procent goedkoper geworden.
„Snelle jongens zien een gat in de markt waarmee ze gemakkelijk geld kunnen verdienen”, schrijft Utrecht op een informatiesite over zonnestroom. De stad geldt als zonne-energiestad: van de grote steden in Nederland telt Utrecht de meeste zonnepanelen per inwoner.
Die snelle jongens bieden volgens de site particulieren installaties aan zonder dat ze over de vereiste vakkennis beschikken. Ook de noodzakelijke waarborgen voor een goede werking op de lange termijn ontbreken. „Zo krijg je berichten over panelen die in de brand vliegen, over lagere opbrengsten dan aanvankelijk voorgespiegeld of over een van het dak gewaaid systeem. Dat doet het vertrouwen in deze markt geen goed.”
Op internet is goed te zien hoe populair zonnepanelen zijn. Het aantal sites met aanbiedingen is enorm. Maar er is veel kaf onder het koren.
Aparte aanvraag
Volgens voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal passen op een gemiddeld particulier dak tien zonnepanelen. Dat vergt een investering van rond de 4400 euro. Maar niet elk dak is geschikt, waarschuwt de organisatie. „En voor monumentale panden is een aparte aanvraag nodig.”
Roeland Wessels uit Nijmegen woont in een bosrijk gebied. Hij liet toch zonnepanelen plaatsen en is zeer tevreden. „Ze zijn op de goede plek aangebracht. Ons gezin met twee pubers haalt ongeveer de helft van het energieverbruik uit zonneschijn. Als ik een nieuw huis zou laten bouwen, zou ik het altijd zo plaatsen dat ik optimaal van zonne-energie profiteer. Het voelt goed dat we zo aan duurzame energie komen.”
Wessels verdient een deel van zijn investering terug door stroom die hijzelf niet nodig heeft terug te leveren aan het energienet. Het energiebedrijf trekt de teruggeleverde stroom af van het jaarverbruik: het zogenoemde salderen. Dat betekent dus een lagere energienota. De regeling geldt tot eind 2019. Het nieuwe kabinet moet nog beslissen of de salderingsregeling wordt verlengd.
Sinds dit jaar bestaat de landelijke subsidie op de aanschaf van zonnepanelen niet meer. Maar particulieren kunnen de btw op de aanschaf ervan nog wel terugvragen bij de fiscus. „Het gaat gemiddeld om een bedrag van 750 euro”, aldus Milieu Centraal. „Tel daarbij op dat zonnestroom elk jaar ongeveer 470 euro scheelt aan stroomkosten. Dat maakt het een slimme investering.” De aanschafkosten zijn in zo’n zeven jaar terugverdiend. Aangezien de panelen veel langer meegaan, is elke besparing daarna winst.
Sommige met name grotere gemeenten hebben nog wel eigen subsidieregelingen. Zo draagt Nijmegen 500 euro bij in de kosten en biedt die gemeente tevens een „duurzaamheidslening” aan. Meer gemeenten en ook financiële instellingen en energiebedrijven doen iets soortgelijks. Een consument kan tegen een gunstig tarief geld lenen voor het aanbrengen van duurzame voorzieningen aan de woning. Maximaal 75 procent van het geleende bedrag mag worden besteed aan zonnepanelen. „Ook hiervoor geldt: vraag meer offertes aan en ga niet met onbekende geldschieters in zee”, waarschuwen consumentenorganisaties en milieuclubs.
Belemmeringen
„Toen ik me ging oriënteren op zonne-energie, waren er nog veel meer belemmeringen dan nu”, zegt Wessels. „Je voelde dat Nederland nog lang niet zover was als bijvoorbeeld Duitsland en Denemarken. Dat is in een paar jaar tijd echt veranderd.”
In Nederland liggen in totaal ruim 12 miljoen zonnepanelen. Die zijn samen goed voor een piekvermogen van 3000 megaWatt. Dat is 2,2 procent van de totale elektriciteitsproductie in Nederland. Ondanks de snelle groei staat Nederland vergeleken met andere Europese landen echter nog op forse achterstand.