Hulplijn allochtonen erg blij met respons
Fona, de informatietelefoon voor allochtone families, is bijzonder tevreden over de respons sinds de hulplijn in oktober 2001 is opgericht. De doelgroep is moeilijk te bereiken en de drempel voor andere informatienummers is veelal te hoog, stelde Fona vrijdag.
De informatiedienst krijgt ongeveer 200 telefoontjes per maand. Allochtonen kunnen er terecht met vragen over opvoeding, onderwijs en gezondheid. De gratis landelijke telefoondienst is sinds de start in 2001 in totaal ruim 1000 keer gebeld.
Fona moet het gat vullen dat de autochtone hulpverlening laat vallen. De telefoondienst informeert en verwijst. Mensen bellen geregeld met de vraag waar ze een hulpverlener kunnen vinden die hun taal spreekt. De gesprekken gaan vaak over opvoeding en leven tussen twee culturen. Ook wordt Fona regelmatig gebeld om meer duidelijkheid te krijgen over een ziekte of kwaal. Bovendien kunnen hulp- en zorgverleners die willen weten hoe ze allochtone cliënten het best kunnen helpen er terecht.
De telefoondienst is opgezet door het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ), het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW) en Teletrust, een organisatie die hulpdiensten ontwikkelt. De initiatiefnemers leveren zelf de hulpverleners die de allochtonen te woord staan. Dat zijn onder anderen psychologen, maatschappelijk werkers en andere beroepskrachten die de bellers ook in het Arabisch, Turks of Berbers te woord kunnen staan. Een kwart van de gesprekken wordt in een andere taal gevoerd.