Medewerkers NPO krijgen loonsverhoging
Werknemers van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) en regionale omroepen krijgen er meer loon bij. Dat is een van de afspraken in het principeakkoord over een nieuwe cao voor omroepmedewerkers, maakt vakbond CNV bekend. Werknemers met een vast of tijdelijk contract gaan er in de komende twee jaar 2,9 procent op vooruit.
De vakbond en omroepen hebben ook nieuwe afspraken gemaakt over de vergoeding voor uitzendkrachten en werknemers die via een payroll worden betaald. Zo worden „onterechte verschillen tussen flexibele en vaste werknemers” kleiner, stelt CNV.
Zo moeten payroll- en uitzendbedrijven uitleg geven over het loon dat zij uitbetalen, zodat flexibele werknemers kunnen controleren of ze een gelijke beloning krijgen ten opzichte van vaste werknemers die hetzelfde werk doen. De bonden en werkgevers richten ook een werkgroep op die een gedragscode opstelt voor de inzet van zzp’ers.
Volgens CNV-onderhandelaar Sandra Hendriks liepen de onderhandelingen moeizaam, mede door het kleinere budget waarmee de omroepen moeten werken. „Aan de ene kant roept het kabinet de cao-partijen op om een goede loonsverhoging af te spreken, maar aan de andere kant is er in de omroepbegroting maar net genoeg geld om de koopkracht bij te houden.”
Shula Rijxman, voorzitter van de raad van bestuur van de NPO, is tevreden met het resultaat. „Dit is goed nieuws voor alle medewerkers van de publieke omroep die zich dagelijks inspannen om Nederland zo goed mogelijk van dienst te zijn.”
De nieuwe cao geldt voor 3600 werknemers van de NPO en 1300 werknemers van regionale omroepen. Leden van de bonden en werkgevers van de publieke omroep moeten nog instemmen met het onderhandelingsresultaat.