Sudanese leger moet Darfur ontwapenen
De Sudanese strijdkrachten worden in zijn totaliteit gemobiliseerd om Arabische en Afrikaanse strijdgroepen die elkaar in de westelijke regio Darfur naar het leven staan te ontwapenen. Dat heeft de islamitische Sudanese president Omar al-Bashir zaterdag gezegd. Het staatshoofd gaf veiligheidstroepen de opdracht alle illegale groeperingen te ontwapenen.
Ook de Janjaweed, de nomadische Arabische militie die naar verluidt met steun van de regering opereert, wordt ontwapend. Vice-president Ali Osman Mohammed Taha zei bij een bezoek aan Darfur dat de regering heeft besloten het leger in te zetten om „bandelozen af te schrikken.”
Als de aankondiging van de president resultaat oplevert, gloort er wellicht weer wat hoop voor de naar schatting 1 miljoen ontheemden die het geweld in de regio ontvluchtten. De aanhoudende onlusten tussen de rebellenbewegingen onderling en de terreur tegen burgers kostten de afgelopen anderhalf jaar zeker 10.000 mensen het leven.
Het besluit van de president afgelopen weekeinde kwam nadat de Amerikanen hadden laten doorschemeren sancties te overwegen tegen Sudan wegens het grootschalige geweld in Darfur. Bovendien is er angst ontstaan voor een uitbreiding van het conflict naar buurland Tsjaad. Het Tsjadische leger raakte bij de grens al slaags met leden van Arabische milities. Een aanzienlijk deel van de Sudanese vluchtelingen bevindt zich in Tsjaad. Tsjaad bemiddelde de afgelopen maanden in het conflict in Darfur. Dat leidde tot dusver tot een broos staakt-het-vuren.
President al-Bashir zei zich gehouden te voelen aan die overeenkomst. „De veiligheid van Tsjaad is onlosmakelijk verbonden met onze veiligheid”, voegde het Sudanese staatshoofd eraan toe.
De Verenigde Naties bestempelen het conflict als de ergste humanitaire crisis in de wereld van dit moment. Internationale mensenrechtengroepen beschuldigen de Sudanese regering ervan toe te staan dat Arabische milities een etnische zuivering uitvoeren tegen Afrikaanse dorpen. De regering wijst de beschuldiging van de hand en zegt dat het om tribale conflicten over land en water gaat.
De twee partijen beschuldigen elkaar ervan door te gaan met de strijd, ondanks een in april met de regering overeengekomen staakt-het-vuren. De regering zei vorige week dat rebellen bezit nemen van gebieden die door regeringstroepen zijn ontruimd, zoals Kurma en Shingbul Tubau in Noord-Darfur.
Amnesty International houdt de Sudanese regering nadrukkelijk verantwoordelijk voor de vluchtelingencatastrofe in Darfur. De organisatie voor de mensenrechten riep de wereld zondag op om politieke druk op de machthebbers in Khartoem uit te oefenen.
De Sudanese regering kijkt passief toe hoe milities in Darfur mensen vermoorden en verkrachten en dorpen plunderen en verwoesten, luidde het verwijt van Amnesty op Wereldvluchtelingendag. Tegelijkertijd bombardeerden vliegtuigen van de regering huizen en dorpen in de regio, verklaarde de mensenrechtenorganisatie.
Amnesty verweet Khartoem ook de toegang van internationale hulporganisaties tot de vluchtelingen onnodig te bemoeilijken. Volgens de organisatie zijn water, voedsel en medicamenten meer dan ooit noodzakelijk om het leven van duizenden mensen te redden, juist in deze periode na het begin van de regentijd.
Eerder vorige week luidde VN-secretaris-generaal Annan al de noodklok over de humanitaire situatie in de provincie. De Nederlandse oud-minister Pronk (PvdA) gaat als speciaal gezant een vredesmissie van de Verenigde Naties voor Sudan leiden.