Europese grondwet
Eindelijk heeft de Europese Unie (EU) een grondwet. Vrijdag konden na urenlange, verhitte onderhandelingen de Europese regeringsleiders overeenstemming bereiken over de nieuwe constitutie. Zij spraken over een „historisch document” waarin de spelregels voor Europa zijn vastgelegd. Maar van eenstemmigheid over de toekomst van de EU is echter geen sprake.
Het gaat daarom veel te ver te spreken van een monument voor de Europese eenwording. Dat veronderstelt immers bondigheid in formuleringen, eenduidigheid in de regels en helderheid omtrent de intenties. En daar ontbreekt het aan. In vergelijking met de Amerikaanse grondwet van 1776, het voorbeeld voor veel westerse democratieën, munt de Europese constitutie uit in onduidelijkheid.
De nieuwe grondwet is opgesteld om de doelmatigheid van de EU te vergroten en de regels transparanter te maken voor burgers en bestuurders. Zo beseft iedereen dat met de uitbreiding naar 25 lidstaten het tot nu toe gehanteerde principe van unanimiteit verlammend werkt. Wanneer landen vanwege het nationaal belang bij elk agendapunt het recht hebben een veto uit te spreken, komt bij een zo groot aantal lidstaten nimmer een krachtig besluit tot stand.
Op terreinen als de interne markt en het strafrecht bepaalt de nieuwe grondwet dat er voortaan beslissingen bij meerderheid genomen worden. Echter, voor vitale beleidsterreinen als buitenlandse zaken, defensie, belastingen en sociale zaken blijft de regel van het nationale veto gelden.
Door de veelheid van aparte regels en uitzonderingen is de nieuwe grondwet een lappendeken. Nu al is duidelijk dat verschillende bepalingen binnen niet al te lange tijd gewijzigd zullen moeten worden. Van een grondwet die voor vele jaren is geschreven, is dan ook geen sprake.
Het grote aantal ingewikkelde bepalingen zorgt er ook voor dat het document van 344 pagina’s ver van de burgers af zal blijven staan. De opzet om via de nieuwe constitutie Europa dichter bij de kiezer te brengen, is hiermee mislukt.
Betreurenswaardig is ook dat er in de nieuwe wet geen verwijzing is opgenomen naar de Joods-christelijke wortels van Europa, laat staan dat de Godsnaam erin genoemd wordt.
Nu is de Naam van God gemakkelijker in een grondwet opgenomen dan dat het besef leeft te regeren in Zijn dienst. Maar het na uitvoerige discussie weglaten van die ene Naam, is een bewust afstand nemen van de overtuiging dat er een hogere autoriteit dan de Europese regering bestaat.
Voor het front van de naties hebben de regeringsleiders zich opgetogen getoond over het vrijdag bereikte resultaat. Samen straalden ze eensgezindheid uit. Maar ieder van hen wist beter. Niet alleen omdat de grondwet het resultaat is van eindeloos touwtrekken, maar ook omdat deze nieuwe constitutie geen bezegeling is van een hartelijk eenheidsstreven.
Nationale belangen en de zucht naar dominantie van de grote lidstaten bepalen nog steeds het Europese politieke forum.
Dat laatste kwam naar voren bij de gesprekken van donderdag en vrijdag over de opvolging van Commissie-voorzitter Prodi. Geen enkele kandidaat kreeg voldoende steun. Met als gevolg dat Ierland op zoek gaat naar een nieuwe.
De EU zoekt een krachtig leider, maar zal vanwege de tegengestelde belangen van de lidstaten waarschijnlijk uitkomen bij een tamelijk kleurloos figuur die voor iedereen aanvaardbaar is wegens het ontbreken van uitgesproken standpunten. Dat is het manco van de Europese Unie.
De integratie is gebaat bij duidelijke standpunten, maar functioneert in de praktijk alleen dankzij vage compromissen.