Al-Qaida geeft dood leider in Saudi-Arabië toch toe
De Saudische cel van al-Qaida heeft zaterdag na een aanvankelijke ontkenning bevestigd dat zijn leider, Abdulaziz al-Moqrin, vrijdag in Riyad door Saudische ordetroepen is doodgeschoten. Behalve al-Moqrin werden nog drie leden van de terreurcel gedood. De politie in Riyad hield zondag een uitgebreide zoektocht naar het lichaam van de Amerikaan Paul Johnson, die vrijdag door al-Moqrin en zijn handlangers werd onthoofd, bijna een week na door hen te zijn ontvoerd. Eerder was ten onrechte gemeld dat Johnsons lichaam ten noorden van Riyad was gevonden.
In een verklaring op een islamitische website zegt de groep, al-Qaida op het Arabische Schiereiland, dat al-Moqrin en de drie anderen werden gedood „toen de soldaten van de tirannen (de Saudische regering, red.) een val voor hen hadden opgezet.”
Volgens Saudische veiligheidsfunctionarissen kwamen de 31-jarige al-Moqrin en zijn drie handlangers om bij een vuurgevecht dat uitbrak nadat zij het lichaam van Johnson hadden gedumpt. Al-Qaida op het Arabische Schiereiland had kort daarvoor via internet gemeld dat Johnson, die vorig weekeinde werd ontvoerd, was onthoofd. De groep plaatste ook twee foto’s van het onthoofde lichaam van Johnson en een foto van zijn hoofd, dat door iemand wordt vastgehouden, op de site.
De politie kamde zondag voor zonsopgang drie wijken in Riyad uit. Behalve naar het lichaam van Johnson werd ook gezocht naar terroristen. Ook in een gebied aan de noordkant van de hoofdstad werd een zoektocht gehouden. Het ministerie van Binnenlandse Zaken meldde dat sinds vrijdag twaalf vermoedelijke terroristen waren gearresteerd. Een van hen zou Rakan Mohsin Mohammed al-Saikhan zijn, de nummer twee op de Saudische lijst van 26 meest gezochte personen. In de Arabische pers werd gemeld dat zich onder de arrestanten een verdachte van de in 2000 gepleegde aanslag op het Amerikaanse marineschip USS Cole bevindt.
De dood van al-Moqrin betekent een belangrijke overwinning in de strijd van de Saudische overheid tegen het toenemende terrorisme in het land. De andere drie gedode terroristen zijn Faisal Abdul-Rahman al-Dikheel, Turki bin Fuheid al-Muteiry en Ibrahim bin Abdullah al-Dreiham. Al-Dikheel was volgens de Saudische regering de tweede man van al-Qaida in Saudi-Arabië. Hij zou te zien zijn op een video-opname van de onthoofding van Johnson. Al-Muteiry zou een van de aanvallers zijn geweest van een westers wooncomplex in de oliestad Khobar op 29 mei, waarbij 22 overwegend buitenlandse werknemers omkwamen. Al-Dreiham zou betrokken zijn geweest bij de zelfmoordaanslag op een wooncomplex in Riyad in november, waarbij zeventien mensen omkwamen.
Johnson is de derde Amerikaan die de afgelopen twee weken in Saudi-Arabië is vermoord. Op 8 juni werd de 62-jarige Robert Jacobs in zijn huis in Riyad doodgeschoten en zaterdag een week geleden volgde Kenneth Scroggs, die voor een bedrijf werkte dat Lockheed Martin als klant had. Jacobs werkte voor een bedrijf dat voor het Amerikaanse leger werkt. De verantwoordelijkheid voor beide moorden is opgeëist door al-Qaida.
De onthoofding van Johnson werd in de hele wereld scherp veroordeeld. Zelfs Syrië, dat geen goede verhouding heeft met de Verenigde Staten, noemde de moord op de Amerikaan „een beschamende misdaad, die de Arabische en islamitische normen en waarden vreemd is.”
De cel van al-Qaida die Johnson heeft ontvoerd en vermoord, heeft zondag op een website gezegd dat sympathisanten bij de politie hen aan politie-uniformen en politieauto’s hebben geholpen en controleposten hebben opgezet om de ontvoering mogelijk te maken.
Een verslag van de ontvoering en een artikel waarin de moord wordt gerechtvaardigd verschenen zondag op Sawt al-Jihad (Stem van de Heilige Oorlog), een tweemaal per maand verschijnende publicatie van al-Qaida. Het tweede artikel was van de hand van Abdulaziz al-Moqrin, de leider van de cel die vrijdagavond door de politie werd doodgeschoten. Hij zegt daarin dat het besluit om Johnson te onthoofden werd genomen nadat de buitenlandadviseur van de Saudische kroonprins Abdullah, Adel al-Jubeir, had laten weten dat er niet zou worden onderhandeld met de ontvoerders, die de vrijlating van gedetineerde al-Qaida-leden hadden geëist. Dat Johnson geen uniform droeg betekende niet dat hij een onschuldige burger was, zegt al-Moqrin tegen de landen en personen die op Johnsons vrijlating hadden aangedrongen. „Hij werkt voor de militaire luchtvaart en hoort bij het Amerikaanse leger dat overal moslims doodt, martelt en schade berokkent, dat de vijanden van de islam steunt in Palestina, de Filipijnen en Kashmir.” Johnson werkte in Irak voor het Amerikaanse defensiebedrijf Lockheed Martin. „Alleen met deze middelen kunnen we de waardigheid van moslims in stand houden”, zegt Aa-Moqrin.
In het andere artikel staat dat leden van de cel, gekleed in politie-uniformen en rijdend in politieauto’s, een namaakwegversperring hadden opgezet langs de weg naar het vliegveld. Toen Johnson daar op 12 juni met zijn auto langskwam werd hij aangehouden, bedwelmd en in een andere auto meegenomen. Zijn eigen auto werd opgeblazen. „Dat is de auto waarvan de Saudische media zeiden dat hij vol explosieven zat en onschadelijk was gemaakt.”