Geen geloof zonder gastvrijheid
”Gered door geloof en gastvrijheid”, dat is een uitdagende titel voor een boek dat gepubliceerd is in het Reformatiejaar.
Meteen aan het begin van zijn boek legt de Amerikaanse evangelicale nieuwtestamenticus Joshua Jipp uit dat hij zijn titel ontleend heeft aan de oudste christelijke bronnen. Het vroegchristelijke geschrift 1 Clemens stelt dat Abraham, Lot en Rachab werden gered door hun geloof én hun gastvrijheid. En in wezen zegt de apostel Jakobus precies hetzelfde over Abraham en Rachab (Jak. 2:21-25).
Jipp betoogt dat de kern van de Bijbelse boodschap alles te maken heeft met gastvrijheid. De God van de Bijbel is een God Die gastvrijheid bewijst aan Zijn volk en van Zijn volk vraagt om gastvrij te zijn voor anderen. Wezenlijk voor gastvrijheid is het doorbreken van sociale en culturele grenzen. Zoals Jipp het omschrijft: „Gastvrijheid is de daad of het proces waardoor de identiteit van de vreemdeling wordt veranderd in die van gast.”
Mensen zijn van God vervreemd door de zonde, maar God heet zondaren welkom in Jezus Christus. Vijanden worden zo vrienden, vreemdelingen worden gast. En God vraagt van Zijn kinderen dezelfde houding als die Hij Zelf heeft.
Soms krijg je het idee dat Jipp te graag zijn eigen ideeën in de Bijbeltekst wil vinden. Bijvoorbeeld als hij het „jaar van het welbehagen van de Heere” (Luk. 4:19) vertaalt als „het jaar van het welkom van de Heere.”
Vaker echter is zijn exegese verrassend en overtuigend. Zo wijst Jipp erop dat veel ontmoetingen in het Johannesevangelie, waarbij Jezus Zijn macht en heerlijkheid openbaart, alles te maken hebben met het delen van voedsel (wijn, water en brood). Hij betoogt ook met sterke argumenten dat de uitspraak van Paulus dat hij „allen alles geworden is” om zo veel mogelijk mensen te behouden (1 Kor. 9:22), alles te maken heeft met gastvrijheid – Paulus stelt zich op als gast.
Het voorbeeld van Paulus laat meteen ook zien dat gastvrijheid niet betekent dat je water bij de wijn doet als het om je geloofsopvattingen gaat. De Bijbel stelt grenzen aan gastvrijheid. Zo verbiedt Paulus deelname aan afgodenoffers. Maar de Bijbelse houding is er niet een van terugtrekken, maar van gastvrije openheid, aldus Jipp.
Het boek biedt nog veel meer mooie inzichten. Bijvoorbeeld over het gebrek aan gastvrijheid in Sodom en Gomorra en de opvallende overeenkomsten met de geschiedenis in Richteren 19, over Gods eigen volk Israël.
Naast de Bijbelse lijnen geeft de auteur in ieder hoofdstuk handvatten voor een praktische toepassing in onze eigen tijd. Die bestrijken een breed spectrum. Jipp schrijft over betrokkenheid op en contacten met gevangenen, vluchtelingen en immigranten, aanhangers van andere religies, de waarde van vriendschap over sociale grenzen heen, het organiseren van maaltijden en het delen en weggeven van bezittingen.
De praktische handreikingen zijn gericht op de Amerikaanse context. Het gevangeniswezen in Nederland is gelukkig een stuk humaner dan dat in de Verenigde Staten en ook de immigratieproblematiek is niet een-op-een vergelijkbaar. De kracht van het boek zit echter vooral in de tekening van de Bijbelse grondlijnen.
Die bieden ook aan deze kant van de oceaan stof tot nadenken. Wat betekent Bijbelse gastvrijheid in een reformatorische zuil en kerkelijke gemeenten die sociaal en cultureel weinig divers zijn? Weerspiegelt mijn openheid naar anderen Gods openheid? Die vragen blijven hangen na lezing van dit boek.