Olie-export Irak zaterdag weer hervat
De export van olie uit Irak, die afgelopen week tot stilstand was gekomen na een reeks aanslagen, wordt zondag weer hervat. Dat heeft een woordvoerder van de coalitie vrijdag gezegd.
Bij aanslagen maandag en dinsdag in Irak raakten twee belangrijke oliepijpleidingen beschadigd. Bij de Noord-Iraakse stad Kirkuk explodeerde een bom onder een leiding die van belang is voor de export naar Syrië en Turkije. Verder was een pijpleiding naar de Zuid-Iraakse stad Basra op twee plaatsen gesaboteerd.
Tot voor kort had de olie-industrie in het zuiden van Irak weinig last van aanslagen, maar daar lijkt met de naderende machtsoverdracht een einde aan te zijn gekomen. Olie is goed voor 90 procent van de Iraakse inkomsten en is onontbeerlijk voor het bekostigen van de wederopbouw van het land.
De beoogde Iraakse premier Allawi meldde vorige week dat de reeks aanslagen op de Iraakse oliepijpleidingen het land al meer dan 167 miljoen euro hebben gekost. In de afgelopen zeven maanden zijn meer dan 130 aanslagen op de leidingen gepleegd.
Om de oliestroom veilig te stellen, is een veiligheidsmacht van 14.000 man in het leven geroepen om de infrastructuur te beschermen. Die inspanningen zijn tot nog toe grotendeels vruchteloos gebleken.
Zuid-Korea stuurt dit najaar nog 3000 militairen naar het noorden van Irak om de daar gestationeerde Amerikaanse troepen bij te staan. Dat heeft het Zuid-Koreaanse ministerie van Defensie vrijdag bekendgemaakt. Met de troepenzending wordt Zuid-Korea na Groot-Brittannië de grootste coalitiepartner van de Verenigde Staten in Irak.
Zuid-Korea stuurt begin augustus de eerste 900 soldaten naar de door Koerden bestuurde Noord-Iraakse stad Irbil. Tussen eind augustus en begin september volgen nog 1100 soldaten. De laatste 1000 vertrekken op een nog te bepalen later tijdstip. Het Zuid-Koreaanse leger heeft al 600 man genietroepen en een medische staf in Irak. Zij zullen naar verwachting vanaf midden juli naar Noord-Irak trekken om daar voorbereidingen te treffen voor de komst van hun collega’s.
„De stationering van onze troepen in Irak is erop gericht om hulp te bieden bij het snel verwezenlijken van vrede en wederopbouw in Irak, om het bondgenootschap tussen Zuid-Korea en de VS te ontwikkelen, wat zowel in ons nationale belang is als in het belang van vrede en stabiliteit in de wereld”, verklaarde een Zuid-Koreaanse defensiewoordvoerder.
De Zuid-Koreaanse troepen zouden aanvankelijk al in april in de Noord-Iraakse oliestad Kirkuk worden gestationeerd. Toen bekend werd dat de soldaten daar wellicht door de Amerikanen betrokken zouden worden bij gevechtsoperaties, tekende Seoul echter protest aan. Het Amerikaanse leger besloot daarop dat de Zuid-Koreanen beter op hun plaats zouden zijn in Irbil.
Vrijdag zijn Amerikaanse militairen ten zuiden van de stad Baquba opnieuw slaags geraakt met Iraakse opstandelingen. Volgens de Arabische nieuwszender al-Jazeera zijn daarbij zeker zeven doden en zestien gewonden gevallen.
Donderdag openden de Amerikanen bij Baquba ook al het vuur op opstandelingen die een patrouille bestookt hadden met raketgranaten. Duizenden Iraki’s zijn het strijdtoneel ontvlucht.
Op de tweede opeenvolgende dag van gevechten tussen Britse soldaten en aanhangers van de radicale sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr in Zuidoost-Irak zijn donderdagavond twee Iraakse strijders om het leven gekomen. Dat heeft een Britse legerwoordvoerder vrijdag gezegd.
Aanhangers van al-Sadr voerden ten minste vier bliksemaanvallen uit op Britse troepen bij Amarah, bijna 300 kilometer ten zuidoosten van Bagdad, aldus de woordvoerder. Ze beschoten de troepen met machinegeweren, raketwerpers en mortieren. Geen van de Britse soldaten raakte gewond.
Een dag eerder werden de Britse troepen ook al aangevallen door aanhangers van de sjiitische geestelijke. De aanvallen lijken een reactie op de arrestatie van hun leider Ahmed Hachi door de Britten woensdag.
De Amerikaanse Senaat heeft -tegen de zin van de Amerikaanse regering- met een grote meerderheid beslist om 20.000 soldaten toe te voegen aan het leger, dat door de oorlog in Irak en andere verplichtingen over heel de wereld verspreid is geraakt.
De Senaat reageerde op de klachten van familieleden van soldaten, van wie de opdracht in het buitenland voortdurend wordt verlengd en de terugkeer naar huis wordt uitgesteld.
Er stemden 93 senaatsleden voor en slechts vier tegen het voorstel dat eerder al door het Huis van Afgevaardigden is goedgekeurd.
De Republikeinse senator John McCain zei dat een gebrek aan troepen het leger bij het einde van de zwaarste gevechten in Irak een kans ontnam om het geweld dat momenteel Irak teistert, tijdig de kop in te drukken. „We hadden niet genoeg mensen ter plaatse en nu betalen we een zeer zware prijs voor die ongelofelijke vergissing van het ministerie van Defensie”, aldus McCain.
Het Congres raamt de kosten voor de extra troepen op 1,7 miljard dollar. Volgens het leger kost het jaarlijks echter 3,6 miljard dollar om 10.000 soldaten opgeleid en uitgerust te krijgen. Het leger zegt dat de troepen onnodig zijn als de bestaande mankracht efficiënter wordt ingezet.