Leren luisteren naar het Joodse volk
Recht doen aan het Joodse zelfverstaan, luisteren naar hen aan wie de Schriften zijn toebetrouwd. „Ik heb het gevoel dat we daar in de gereformeerde gezindte weinig aan toekomen”, zegt drs. M. van Campen, de eerste directeur van het vrijdag opgerichte Centrum voor Israëlstudies.
De bibliotheek die in het kader van het centrum wordt ingericht, sluit goed aan bij de bibliotheek die al aanwezig is in de Theologische Universiteit Apeldoorn. Ook is in Ede een begin gemaakt met de aanleg van de zogeheten Hadderech-collectie, waarvoor een overeenkomst is getekend tussen het centrum en Hadderech, de Nederlandse vereniging van Messiasbelijdende Joden.
Het is de bedoeling dat in Israël een werker wordt gestationeerd. De christelijke gereformeerde synode heeft besloten de post die deze kerken in Jeruzalem hebben, te handhaven. „De mogelijkheid is geboden dat deze vacature in samenwerking met het Centrum voor Israëlstudies wordt ingevuld”, zegt ds. H. Biesma, voorzitter van het deputaatschap voor Kerk en Israël van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). Drs. Van Campen wijst erop dat in het centrum de kerkelijke ervaring goed gecombineerd kan worden met de schoolervaring. Zo zou een werker in Israël stagiairs kunnen opvangen en begeleiden. „De drie deelnemende organisaties hebben elkaar wonderlijk gevonden in een gemeenschappelijke visie”, aldus ds. Van Campen. Ds. Biesma spreekt van een „verrassende en verheugende herkenning van elkaar.” Met het deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten zijn in dit kader geen contacten geweest. „Maar wij sluiten niets uit”, aldus de directeur van het centrum.
Een belangrijk punt is volgens drs. Van Campen dat Israël niet zozeer het object maar het subject van zending is. „Als centrum zijn we geen voorstander van zending onder Joden. Wel deelt de gemeente van Christus in de roeping die Israël heeft, namelijk een licht voor de volken te zijn.” Ds. H. Biesma: „Jesaja spreekt over een door God geroepen zijn als Knecht. Het boeiende is dat je, delend in deze roeping van Israël, tegelijk Israël kunt aanspreken op zijn oorspronkelijke roeping.”
Ook al kies je niet voor zending, van een vrijblijvende relatie met het Joodse volk kan geen sprake zijn, benadrukt drs. Van Campen. „Er is sprake van een andersoortige relatie. De Kerk en Israël hebben Mozes en de profeten gemeenschappelijk. Aan die stand van zaken wil het centrum het volle pond geven. Daarin onderscheidt het zich van anderen, die bijvoorbeeld twee wegen stellen: de Joden worden door de thora zalig en de niet-Joden door het geloof in Christus.”
In de samenwerkingsovereenkomst die vrijdag is getekend wordt de aard van de Joods-christelijke ontmoeting getypeerd met de woorden luisteren, dienen en getuigen. Ds. Biesma: „Luisteren betekent dat je de ander gelegenheid geeft om uit te spreken. Vooral van de kant van de kerk is dat nodig. De kerk gaat altijd vrij snel door de bocht, en heeft de meningen over Israël al klaarliggen. Ze moet ook rekening houden met een bepaalde mate van angst onder Joden dat ze ’overruled’ worden.”
Drs. Van Campen: „Luisteren betekent dat je recht doet aan het Joodse zelfverstaan. Dieper nog: Hún zijn de Schriften toebetrouwd. Alleen al om die reden hebben we te luisteren. Ik heb het gevoel dat we in de gereformeerde gezindte daar weinig aan toekomen. Joden kennen de historische Umwelt en de Hebreeuwse taal beter. Wij hebben niet alleen wat te zeggen aan Israël, zij ook aan ons. Als het over het Oude Testament gaat, kan een Jood bijvoorbeeld zeggen: Hebben jullie dat niet te snel vergeestelijkt?”
Ds. Biesma: „Van Israël kun je ook leren wat de aard van de verlossing is. Joden hebben een heel aardse verwachting van het Koninkrijk van God.”
Drs. Van Campen: „Die aardse verwachting moet in samenhang gezien worden met de geestelijke dimensie.”
In de tweede plaats spreekt de samenwerkingsovereenkomst van een dienen. Dat betekent dat we de Joden niet vanuit de hoogte benaderen, zegt ds. Biesma. „Niet vanuit de gedachte dat we de wijsheid in pacht hebben. Dienen komt neer op een getuigen vanuit de ootmoed. Een christen is ootmoedig, zei Augustinus al. Het dienen zie ik tegen de achtergrond van een eeuwenlange suprematie van christenen over Joden, we hebben te maken met een erfenis van sterk anti-judaïsme. De vervangingsgedachte heeft in de kerk een grote rol gespeeld, als zouden de beloften in het Oude Testament voor de kerk zijn, en de oordelen voor Israël.”
Drs. Van Campen: „We hebben ook te maken met wat Paulus het „tot jaloersheid verwekken” noemt. Dienen is niet alleen een zaak van woorden, het gaat om de existentie, om je zijn als christen. Luther zei best te kunnen begrijpen dat er in de Middeleeuwen geen Jood tot bekering gekomen is. Als ik Jood was geweest, zei hij, was ik nog liever een varken geweest dan een christen.”
Ds. Biesma: „Het feit dat het bij dienen gaat om het christen-zijn, betekent een scherpe speerpunt voor het gemeente-zijn. Eens zei een synodelid tegen me: Houden jullie er wel rekening mee dat Israël verhard is? Meen je dat nou, zei ik, of is dat alleen maar hoogmoed?” „Laten we eindelijk ook eens bedenken dat wíj een bedekking op de ogen hebben gehad”, voegt drs. Van Campen toe.
De getekende overeenkomst spreekt ook van getuigen. Volgens ds. Biesma betekent getuigen principieel meer dan een vrijblijvende dialoog. „Je hoeft je voor het Evangelie en voor je christen-zijn niet te schamen. Aan de andere kant heerst in Israël op dit moment een soort pluralisme, waarin iedereen z’n eigen mening mag hebben. Maar het gaat er in het contact met Israël om de Schriften zo te lezen dat de klaarblijkelijkheid van wat over de Messias gezegd wordt, zichtbaar wordt. Het is daarom ook beter te spreken van getuigen dan van verkondigen, dat meer een spreken van bovenaf is. Een rabbijn zei ooit tegen me, toen ik dat woord gebruikte: Het past een dochter niet iets aan de moeder te verkondigen.”
Drs. Van Campen zegt dat we vanuit de Schrift moeten laten zien wie de Messias is. „Je gaat Israël niet vertellen wie de God van Abraham, Izak en Jacob is. Dat hebben wij juist via het Joodse volk vernomen. Er is een unieke verbondenheid die de basis vormt van het luisterende en getuigende gesprek met Israël. De relatie tussen de kerk en de Joden is een fundamenteel andere dan bijvoorbeeld die tussen de kerk en de islam. Prof. A. A. van Ruler heeft er steeds voor gewaarschuwd dit onderscheid niet uit te wissen.”