Het vuur van het Iraanse protest is nog niet gedoofd
Van de protesten in Iran is inmiddels weinig meer te horen. Maar dat betekent niet dat de geest terug is in de fles. Veel demonstranten zitten nog vast in de beruchte gevangenis Evin.
Boze familieleden van gearresteerde demonstranten hielden de afgelopen dagen sit-ins voor deze Evin-gevangenis. Ze eisten opheldering over het lot van hun dierbaren. Volgens berichten besloten de Iraanse autoriteiten daarop enkele gevangenen vrij te laten. Als dat zo is kunnen daaruit belangrijke conclusies worden getrokken.
Dit betekent allereerst dat een behoorlijk deel van de Iraanse bevolking zijn angst voor het regime heeft overwonnen. Ze schrikken er niet langer voor terug om de autoriteiten uit te dagen. Voor Iran lijkt dit een nieuwe houding te zijn.
In 2009 sloeg de Basij-militie de protesten tegen de (frauduleus verlopen) verkiezingen nog vakkundig neer. Toen eisten de demonstranten alleen nieuwe verkiezingen. Bij de demonstraties van de afgelopen weken werd daarentegen ”dood aan Khamenei” gescandeerd. Deze keer waren de protesten dus direct tegen het Iraanse islamitische regime zelf gericht, wat veel gevaarlijker was dan in 2009.
Door deze demonstraties werd ook het (vooral in Europa gekoesterde) sprookje ontkracht dat er in Iran sprake zou zijn van hervormers versus conservatieven. Door het steunen van hervormers zou het Iraanse regime vanzelf worden vernieuwd tot een meer democratische variant. President Rohani was zo’n vernieuwer, maar bleek niet in staat het land te veranderen.
Vooral jonge Iraniërs geloofden in een eerdere fase nog dat vernieuwende leiders de oplossing zouden zijn. Deze illusie zijn ze nu wel kwijt. Ze zijn tot de conclusie gekomen dat het regime zelf het probleem is, omdat het niet te hervormen valt. Uit het feit dat de Iraanse autoriteiten een aantal gedetineerden in Evin op vrije voeten hebben gesteld, blijkt dat het regime de volkswoede vreest en daarom tot concessies bereid is.
Volgens Avraam Shmulevich, die het hoofd is van het Israel’s Eastern Partnership Institute, vertoont het Iraanse regime momenteel overeenkomsten met de laatste dagen van de Sovjet-Unie. Ideologisch is het failliet en demonstranten stellen daarom steeds radicalere eisen. Een verschil met de Sovjet-Unie is echter dat er in Iran een werkelijk verlangen zou leven naar een meer democratische rechtsstaat.
Een van de bestaansredenen van het Iraanse regime was altijd dat het zou opkomen voor de „onderdrukten der aarde”, die zich uiteraard per definitie buiten Iran bevonden. Volgend jaar zal de Islamitische Republiek Iran zijn veertigste verjaardag vieren. Maar veel Iraniërs hebben het gevoel dat ze inmiddels zelf tot de onderdrukten der aarde behoren.
Er was veel kritiek op Twitterberichten van de Amerikaanse president Trump, die de Iraanse demonstranten een hart onder de riem stak. Volgens betweterige Europeanen was dit gevaarlijke en oorlogszuchtige taal. De ernstige mensenrechtenschendingen van het Iraanse regime en de vrijwel dagelijkse executies in dat land vormen voor Europese politici echter geen belemmering om lucratieve handelscontracten met Iran af te sluiten. Of de Amerikaanse president Trump mentaal stabiel is, moeten psychiaters maar uitmaken. Maar zeker is dat Europese politici in de visie van veel verlichte Iraniërs laf en hypocriet zijn.