Grootste hofschilder aller tijden
In het boerendorpje Menzenschwand in het Zwarte Woud werd in 1805 Franz Xaver Winterhalter geboren. Als kind kon hij aardig tekenen. Maar niemand kon toen bevroeden dat een paar decennia later de groten der aarde zich verdrongen om hun portret door hem te laten schilderen.
Een van de mooiste en meest romantische dalen midden in het Zwarte Woud is zonder twijfel het dal van Menzenschwand. Gelegen op 900 meter hoogte, aan de voet van de Feldberg, is het vrij vlak met veel weide. Daar middenin ligt het dorp Menzenschwand, met nog veel oude originele huizen. In een van de boerderijtjes werd Franz Xaver Winterhalter op 20 april 1805 geboren. Het wordt op zijn huis met een fraai bord vermeld.
Drie huizen verderop, in het oude gemeentehuis, is nu zijn museum gevestigd. In Le Petit Salon herinnert veel aan deze schilder en aan zijn broer, die ook schilderde. De door hem gemaakte schilderijen zijn daar niet te vinden, wel etsen en tekeningen. Men kan daar goed de levensgeschiedenis van Winterhalter volgen en zeker zijn verbinding met het Zwarte Woud, met zijn familie en met Menzenschwand. In het dorp wonen nog nakomelingen van zijn zuster.
Franz Xaver was het zesde kind van Fidel Winterhalter en Eva Meyer. Van de acht kinderen bleven er vier in leven. Broer Hermann (1801-1891) zou zijn leven lang zijn beste vriend blijven. Ook hij was schilder, maar lang niet zo beroemd. Hoewel Winterhalter wereldberoemd zou worden, keerde hij altijd graag terug naar zijn familie en naar Menzenschwand, in het toenmalige groothertogdom Baden.
Begaafdheid
De jonge Franz kon goed tekenen en werd daarin zeer gestimuleerd door zijn vader. Zijn begaafdheid viel ook anderen op en zo mocht hij na de lagere school naar een vervolgopleiding in Sankt Blasien, in het grote benedictijner klooster, dicht bij zijn geboortedorp. Ook daar had men oog voor zijn talenten en zo kwam hij al spoedig terecht in de hoofdstad van het Zwarte Woud, Freiburg, en werd daar leerling-tekenaar.
Iedereen daar zag dat hij meer in zijn mars had. Dankzij baron Von Eichtal kon hij zijn studie vervolgen aan de Academie voor de Kunsten in München. Hij kreeg een studiebeurs van groothertog Ludwig van Baden. Verschillende kunstenaars wilden hem lesgeven, maar het meest stak hij op van de portrettist Joseph Stieler. Al snel werd namelijk duidelijk dat Winterhalter heel mooie portretten kon maken.
Zijn doorbraak kwam in 1828. Hij was toen 23 en mocht aan het hof van Baden komen om Sophie van Baden te schilderen. Dat werd een succes en de vorstelijke familieleden die dat portret aanschouwden, wilden dat de jonge Franz hen ook kwam portretteren.
De nieuwe groothertog van Baden, Leopold, en zijn vrouw Sophie stimuleerden hem om eerst een reis door Italië, het land van de kunst bij uitstek, te maken. Van 1832 tot 1834 reisde hij door het hele land. Daar zag en leerde hij veel en kon hij de oude meesters die in Florence en in Rome hingen, bestuderen. Het liefst was hij in het diepe zuiden van Italië om land en volk goed te doorgronden. Zelf schilderde hij natuurlijk ook tijdens zijn reis. Zoals portretten van boerenmeisjes, van een eenvoudige schoonheid, die best kunnen worden vergeleken met zijn latere portretten van keizerinnen en koninginnen.
Eigen stijl
Ondanks de indrukken die hij in Italië had opgedaan hield Winterhalter vast aan zijn eigen stijl. Die liet zich met geen enkele andere vergelijken. Soms ziet men overeenkomsten met het werk van Peter Paul Rubens, die met heldere kleuren levensechte portretten maakte. Maar Winterhalters stijl is anders en authentiek. Hij trok zich van niets en niemand iets aan en ging zijn eigen gang. Dat is hem altijd erg kwalijk genomen. Hij werd dan ook in eerste instantie genegeerd. Ook in onze tijden wordt Winterhalter nog altijd beschouwd als een schilder die men nergens kan plaatsen. Hoort hij bij de romantiek? Nee, Winterhalter blijft Winterhalter, door zijn eigen stijl en techniek en zijn eigen invulling van de portretkunst.
Uiteindelijk deelde men hem in bij schilders in de sfeer van neoklassiek, of neorococo.
Overdadig
Winterhalter maakte fotografische portretten, met veel kleur en overdadige kleding. Het koninklijke was er goed aan af te zien. Elk portret van hem valt op door verfijning en helderheid van kleur. Het licht is ook echt heel licht. Donkere kleuren komen amper voor. Winterhalter zette eerst in een paar streken de contouren op doek en maakte dan vlot het portret door het meteen al te schilderen.
Aanvankelijk kwam Winterhalter weer terug aan het hof te Karlsruhe bij de groothertog van Baden. Maar dat duurde niet lang. Hij vertrok naar Parijs om daar een schitterend portret te maken van Louise Marie, koningin der Belgen, die de dochter was van koning Louis Philippe en koningin Marie Amélie van Frankrijk.
Dat portret van Louise Marie opende alle deuren voor hem. De opdrachten stroomden binnen. Iedereen wilde door hem worden geportretteerd. Leopold I, de man van Louise Marie, was de oom van koningin Victoria van Groot-Brittannië en zij nodigde Winterhalter uit in Londen. Daar schilderde hij prachtige portretten van de jonge koningin Victoria en prins Albert, evenals hun kinderen. Ook hun kinderen schilderde hij.
Zijn thuisbasis was in al die jaren Parijs. Daar maakte hij de revolutie mee die de weg vrijmaakte voor Napoleon III en zijn knappe vrouw, keizerin Eugenie. Van haar zou Winterhalter ook weer mooie portretten schilderen, zoals een van keizerin Eugenie en haar hofdames in een landelijke omgeving (zie foto 1). Winterhalter schilderde het voor de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1855. Het is nu te vinden in museum Palais de Compiègne. Een heel mooi tafereel, dat later door andere schilders is overgenomen, zoals Renoir.
Wachtlijst
Koningin Victoria ontbood hem opnieuw aan haar hof voor verdere opdrachten. Maar hij moest haar in zijn agenda op de wachtlijst plaatsen, het regende opdrachten, ook van onbekende vorstinnen. Eerst spoedde hij zich naar Sint-Petersburg om de tsarina Marie te schilderen, de tsaar en vooral de rijkste Russische adellijke dames. Geld speelde geen rol, men wilde door hem worden geportretteerd.
In Spanje werd koningin Isabelle II geschilderd, en ook in Nederland vervaardigde hij een portret, al is het bij één gebleven. Het was van koningin Sophie, de eerste vrouw van koning Willem III. Voor zijn doen was dit schilderij wat somber, omdat Sophie in donkere kleding afgebeeld werd. Maar zo was zij nu eenmaal gekleed. Keizer Franz Joseph van Oostenrijk kon niet achterblijven. Winterhalter vertrok naar Wenen en schilderde een van zijn allerberoemdste portretten, dat van keizerin Elisabeth, Sisi, met haar prachtige lange haar met daarin juwelen als sterren verwerkt (zie foto 2).
Ook maakte hij een privéportret van Sisi, dat uitsluitend voor Franz Joseph bedoeld was.
De gevierde schilder uit het Zwarte Woud was tot grote hoogten gestegen. Hij kwam aan elk hof in Europa. Maar uit de correspondentie met zijn vader, zijn broer en zijn zuster blijkt dat de roem hem niet naar het hoofd was gestegen. Hij was en bleef een eenvoudige man.
Herenigd Duitse rijk
Na de ineenstorting van het Franse keizerrijk, en naarmate hij ouder werd, kreeg hij weer belangstelling voor zijn eigen vaderland, Duitsland. In dat land, dat nu een nieuw herenigd rijk werd, dacht hij weer verder te kunnen schilderen. Er waren nog genoeg vorsten die door hem vereeuwigd wilden worden. Een van de allermooiste schilderijen kwam in 1858 tot stand, en was van prinses Anna van Hessen-Kassel (1836-1918) (zie foto voorpagina). Het schilderij is te vinden in de collectie van de familie Hessen in Slot Fasanerie bij Fulda.
Winterhalter vestigde zich aan het eind van zijn leven weer in het eigen land, in Karlsruhe, hoofdstad van het groothertogdom Baden. De laatste twee jaar van zijn leven schilderde hij niet meer. Op een reis naar Frankfurt in de zomer van 1873 kreeg hij tyfus. Hij stierf daar op 8 juli van dat jaar en werd in Frankrijk begraven.
Goede doelen
Winterhalter is nooit getrouwd geweest. Eenmaal deed hij een huwelijksaanzoek, maar dat werd afgewezen. Het vele geld dat hij in zijn leven vergaarde ging naar verschillende goede doelen. Ook zijn familie én zijn dorp Menzenschwand kregen een deel.
In 1985 kwam er voor het eerst een grote tentoonstelling van zijn portretten. Van 2015 tot 2017 reisde er een grote expositie van zijn werk rond, eerst langs Freiburg in zijn Zwarte Woud, vervolgens naar Houston, Texas, en eindigend in Compiègne bij Parijs.
Een grote collectie van Winterhalter bevindt zich in Museum Getty in Los Angeles. Verder is zijn werk over de hele wereld verspreid, omdat vorstelijke families vaak hun kunst hebben moeten verkopen. Toch zijn de meeste van zijn schilderijen nog in particuliere handen, zoals van koningin Elizabeth II, de familie Thurn und Taxis en de familie van Baden.