Economie

Zorgen over de hoge olieprijs

De sterke stijging van de olieprijs in de afgelopen maanden heeft geleid tot ongerustheid op de financiële markten. Eind vorig jaar was de prijs van een vat Brent al opgelopen tot 30 dollar, momenteel wordt 36 dollar betaald. Twee weken geleden ’piekte’ de olieprijs zelfs kortstondig op 40 dollar per vat.

Bert Burger
18 June 2004 20:45Gewijzigd op 14 November 2020 01:20

Oorzaken zijn vooral de sterke vraag vanuit China en de Verenigde Staten, landen waar de economie sterk groeit, en de onzekere politieke situatie in het Midden-Oosten. Daarnaast is er in de VS een tekort aan raffinagecapaciteit en leggen de Amerikanen extra reserves aan.

Beleggers maken zich om meerdere redenen zorgen over de dure olie. Voor de obligatiemarkt is het vooral vervelend als deze gaat doorwerken in de inflatie. Een direct effect is er vanwege de duurdere benzine, maar de prijsontwikkeling zal sterker en vooral langduriger worden beïnvloed als bedrijven hogere energiekosten gaan doorberekenen in de prijzen van eindproducten. De duurdere olie gaat dan in eerste instantie ten koste van de winstmarges, maar na verloop van tijd zal in ieder geval een deel van de prijsstijging doorsijpelen naar de consument. En aangezien oplopende inflatie de grootste vijand is van obligatiebeleggers, reageren de koersen op de obligatiemarkten negatief.

Voor de aandelenmarkten is een hogere inflatie eveneens negatief, aangezien een hogere rente investeringen duurder maakt en aandelenbeleggingen (iets) meer concurrentie krijgen van de spaarrekening. Het belangrijkste negatieve effect van een olieprijsstijging loopt echter via een lagere economische groei. Het extra geld dat consumenten besteden aan de benzine geven ze, zo leert de praktijk, niet uit aan andere goederen of diensten.

Een partij die profiteert van de hoge olieprijs is de overheid, met name in Nederland. Een belangrijk deel van de benzineprijs bestaat uit accijns en de prijsstijging verdwijnt voor een deel in de schatkist. Daarnaast is in ons land de gasprijs gekoppeld aan die van benzine en vallen de gasbaten dus hoger uit. Of minister van Financiën Zalm nu echt zo blij moet zijn met de hoge olieprijs, valt echter te bezien. Als de economische groei tegenvalt, heeft dit een negatief effect op de belastinginkomsten en pakken de kosten van diverse sociale voorzieningen hoger uit.

Voor de kwetsbare economieën in West-Europa komt de olieprijsstijging op een ongunstig moment. Sinds driekwart jaar is er weer sprake van groei in de eurozone, maar het herstel is fragiel. De bedrijfsinvesteringen en de particuliere consumptie ontwikkelen zich nog zwak, het is vooral de export die de kar trekt. De grote vraag is dus of de hoge olieprijs het herstel in de kiem zal smoren.

Het antwoord op deze vraag is met onzekerheden omgeven, maar per saldo schatten wij in dat het allemaal wel mee zal vallen. Ten eerste lijkt de olieprijs hoger dan hij is. In dollars is deze sinds het begin van de jaren tachtig alleen hoger geweest tijdens de eerste golfoorlog, maar corrigeren we de olieprijs voor de inflatie dan ontstaat een heel ander plaatje. Olie was dan niet iets maar aanzienlijk duurder tijdens de eerste Golfoorlog en ook in 2000 werd er meer betaald voor het zwarte goud. Ten tweede is de kans groot dat de olieprijs zal dalen. De Chinese economie neigt naar oververhitting, wat voor de autoriteiten in dat land aanleiding is om het monetaire beleid te verkrappen. Een groeiafzwakking en dus minder vraag naar olie lijkt daarmee op komst.

Ten derde heeft de OPEC, de organisatie van olieproducerende landen, besloten om de oliekraan zo wijd mogelijk open te draaien. Hoewel dit geen garantie is voor voldoende aanbod, zal dit op termijn toch bijdragen aan een lagere olieprijs. Een vierde reden om niet al te pessimistisch te zijn is dat de invloed van de olieprijs niet overschat moet worden. Het Internationale Monetaire Fonds heeft berekend dat een gedurende langere tijd 5 dollar hogere olieprijs ongeveer 0,2 procentpunt van de economische groei afschaaft. Dit effect is onvoldoende om het economisch herstel te nekken. En als het herstel eenmaal is ingezet, wordt het schip van de economie niet snel van koers veranderd. Wij denken dat de financiële markten zich momenteel te veel zorgen maken over de negatieve invloed van de hoge olieprijs.

De auteur is werkzaam als beleggingsstrateeg bij Effectenbank Stroeve.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer