Economie

Terpstra furieus op werkgeversvoorman

CNV-voorman Terpstra is woedend op voorzitter Schraven van werkgeversorganisatie VNO-NCW. De vakbondsleider kreeg het vrijdag aan de stok met Schraven na afloop van de vergadering van de Sociaal-Economische Raad (SER). De werkgeversvoorman diskwalificeerde Terpstra daarbij als serieuze gesprekspartner en betitelde het CNV als het schoothondje van de grotere vakcentrale FNV.

ANP
18 June 2004 20:38Gewijzigd op 14 November 2020 01:20

„Een absoluut schandalige schoffering en ook nog eens in het openbaar met journalisten erbij. Dat zegt meer iets over hoe serieus we VNO-NCW moeten nemen”, vond Terpstra.

De CNV-voorman ging na afloop van de SER-vergadering bij Schraven verhaal halen over de inzet van werkgevers om de zogeheten Lissabon-doelstellingen te behalen. Hij vond dat de voorzitter van VNO-NCW in zijn speech over de noodzaak de (kennis)economie concurrerender te maken te veel naar anderen had gewezen: de vakbonden, die moeten meewerken aan loonmatiging, en de overheid, die bedrijven meer ruimte moet geven en de (administratieve) lasten moet verlichten.

Volgens Terpstra moeten ondernemers vooral zelf meer investeren in innovatie om de (kennis)economie op te peppen en banen te creëren. Schraven stelde dat het bedrijfsleven dat al doet dankzij goed ondernemerschap. De werkgeversvoorman verweet de CNV-voorzitter vervolgens dat hij de laatste jaren alleen maar roept dat ondernemers te weinig innoveren zonder te weten waarover hij praat.

„Als ik u vraag om concrete voorstellen, heeft u die nooit”, stelde Schraven. „U loopt toch altijd achter de FNV aan.” Hierop beende de CNV-voorman boos weg.

Volgens Terpstra is het juist zijn christelijke vakcentrale, die bij het kabinet heeft aangedrongen om kennisverbetering en vernieuwing in het bedrijfsleven op de agenda te zetten en bijvoorbeeld een innovatieplatform op te richten. „Dat er enige creativiteit bij het VNO-NCW zit, heb ik bovendien de laatste tijd weinig gemerkt. In de discussie over het prepensioen en de WW stellen zij zich telkens op als de zeventiende minister van het kabinet.”

Ook de officiële vergadering van de Sociaal-Economische Raad verliep uiterst moeizaam. Duidelijk was dat de sfeer tussen werkgevers, vooral die van VNO-NCW, en de vakbeweging dusdanig is gefrustreerd dat de sociale partners op centraal niveau nauwelijks meer afspraken kunnen maken. Zo moesten de partijen in de SER definitief vaststellen dat zij het oneens zijn over de kabinetsplannen om het voor werklozen moeilijker te maken om een WW-uitkering te krijgen. FNV-bestuurder T. Heerts sprak van een „uiterst frustrerend geheel”, waarop directeur sociale zaken J. van den Braak van VNO-NCW stelde dat het vooral de vakbeweging is die gefrustreerd is.

Prof. K. Goudswaard, een door het kabinet benoemd kroonlid in de SER, constateerde dat wanneer de adviesaanvraag van de regering over de WW een jaar geleden zou zijn behandeld, de sociale partners er wel waren uitgekomen.

Voorzitter A. Verhoeven van de vakcentrale MHP zei dat de verhoudingen te veel op scherp zijn gezet door het kabinet, onder meer door ingrepen in de sociale zekerheid, dreigementen over het niet algemeen verbindend verklaren van CAO’s en het niet overnemen van het SER-advies over hervorming van de WAO.

Van den Braak wees naar het mislukte voorjaarsoverleg tussen sociale partners en het kabinet over prepensioen. „Als de vakbeweging daar niet het eindbod van de werkgevers en het kabinet had afgewezen, was er een klimaat geweest om eruit te komen.”

VNO-NCW steunt als enige van de sociale partners het kabinet in het aanscherpen van de toetredingsvoorwaarden tot de WW. De FNV en het CNV zijn tegen de kabinetsplannen om de kortdurende WW af te schaffen en de zogeheten wekeneis op te schroeven. Volgens het kabinet moet iemand de laatste vier jaar tenminste 39 van de 52 weken hebben gewerkt, wil hij voor een uitkering in aanmerking komen.

Weer een ander geheel binnen de SER, de kroonleden, MHP en de werkgevers van MKB-Nederland en LTO, keurt de plannen van het kabinet deels af. Deze groep wil vooral de kortdurende WW behouden voor de flexibiliteit in de arbeidsmarkt.

De sociale partners werden het vrijdag nog wel eens over een advies aan het kabinet over het verduidelijken van de positie van zelfstandige ondernemers. Deze zelfstandigen zonder personeel raken vaak verstrikt in regelgeving over premieplichten en sociale verzekeringen. „We hebben hier een uiterst redelijk en zorgvuldig opgesteld advies op tafel, waarvan je toch echt mag verwachten dat minister De Geus (Sociale Zaken) het overneemt. Anders weet ik het niet meer”, stelde Heerts.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer