Olie is geen oorlog waard
Olie is schaars. Westerse landen doen er daarom alles aan om de oliebelangen veilig te stellen. De oorlog in Irak is wellicht mede om de olie begonnen. Evert Mouw, Ypie Boersma en Merel Werner
vinden dat het beter was geweest als de Amerikanen het geld voor de oorlog in het onderzoek naar alternatieve energiebronnen hadden gestoken. De olieprijzen zijn fors gestegen. Dat is voor het Westen een probleem. We zijn afhankelijk van olie: per jaar wordt in de Europese Unie zo’n 650.000 ton olie opgestookt. In de USA is dat zelfs 900.000 ton per jaar. Zonder deze olie rijden er geen auto’s en vrachtwagens en liggen veel energiecentrales plat. Logisch dus dat het Westen zijn olietoevoer nauwlettend bewaakt.
Ook in de aanloop naar de door de Amerikanen geleide oorlog in Irak speelden oliebelangen volgens veel analisten een belangrijke rol. De door de Amerikanen behaalde overwinning zal echter op het terrein van energie slechts een tijdelijke overwinning zijn. Op langere termijn zullen nieuwe energiebronnen de olie vervangen. Daardoor zal de toegang tot grote hoeveelheden olie niet meer nodig zijn.
Korte termijn
De huidige olieprijsstijging is het gevolg van een tekort aan olie op korte termijn. Maar op lange termijn zijn er veel alternatieven voor zo’n tekort.
Om deze crisis en toekomstige te bezweren moet er zowel voor korte als de lange termijn naar oplossingen worden gezocht. Op korte termijn moeten de olieproducerende landen de wil tonen de prijzen te laten dalen via een productieverhoging.
Op lange termijn ziet eurocommissaris Loyola de Palacio (Energie, Transport) een grotere rol voor alternatieve energiebronnen. Loyola riep in de afgelopen weken de lidstaten van de Europese Unie op om veel meer in duurzame energie te investeren. Dit om een doelstelling te kunnen waarmaken: hernieuwbare energie moet in 2010 voor 12 procent bijdragen aan het totale energieverbruik.
De afhankelijkheid van olie kan op langere termijn verkleind worden door innovatie. Door innovatie krijgt de mensheid de beschikking over nieuwe energiebronnen. Militaire interventies om de toegang tot olievelden op langere termijn te garanderen maken ons alleen maar blijvend afhankelijk van olie. Om de crisis op korte termijn op te lossen volstaat een hogere productie van de producerende landen. Er een oorlog om voeren komt neer op het schieten met een kanon op een mug.
Simon
De boodschap van de Amerikaanse hoogleraar Julian Simon is hierbij een duidelijke: Absolute uitputting van energievoorraden kan überhaupt niet bereikt worden. Wetenschap en techniek brengen steeds weer nieuwe oplossingen. Zo voorspelde Simon dat grondstoffen zoals olie door innovaties minder schaars worden en daarom goedkoper. De inmiddels overleden Simon had dan ook een onwankelbaar geloof in de overlevingsdrift van de mens en diens creativiteit om problemen op te lossen. Tekorten aan grondstoffen zag hij daarbij eerder als een motor van de vooruitgang dan een rem daarop: „We hebben behoeften aan meer en aan grote problemen.”
Simon sloot hierover zelfs een weddenschap af met hoogleraar ecologie Erlich. Simon beweerde dat de prijzen van verschillende grondstoffen ten tijde van de weddenschap tien jaar lang zouden dalen en niet zouden stijgen. Hij kreeg gelijk en won de weddenschap van meer dan 570 dollar. Simon was zelf niet verbaasd dat hij de weddenschap van Erlich won. Immers, slaagde de mens er niet keer op keer in om de allerlei soorten crises af te wenden?
Pessimisme
Het is echter nog steeds gangbaar om pessimistisch te zijn over de ontwikkeling van nieuwe energiebronnen. De ideeën van Simon dat mensen pas innovatief worden als het echt nodig is, zijn niet door iedereen aanvaard.
Als olie schaars lijkt te worden, of als de toegang tot de olievelden daadwerkelijk moeilijk zou worden, dan zullen de olieprijzen, zoals nu ook gebeurt, stijgen. Dit zou het onderzoek naar nieuwe energiebronnen moeten stimuleren. Die nieuwe energiebronnen zullen uiteindelijk ook gevonden worden. De enige reden dat het huidige onderzoek naar zaken als kernfusie, brandstofcellen, zonne-energie en windenergie op een laag pitje staat is het simpele feit dat er weinig behoefte aan is omdat het duurder is dan de zo gemakkelijk verkrijgbare olie.
Oliecrisis
De oliecrisis van 1973 kan dit illustreren. Als gevolg van politieke spanningen hadden veel westerse landen geen toegang meer tot de olietoevoer uit het Midden-Oosten. Dit creëerde door prijsstijgingen van olie een behoefte aan andere energiebronnen en een verminderde afhankelijkheid van olie.
Vrijwel onmiddellijk neemt het gebruik van nucleaire energie toe. Tegenwoordig is nucleaire energie politiek minder gewenst en zou er in zo’n situatie dus eerder naar andere, milieuvriendelijker energiebronnen gezocht worden.
Thuisblijven
Kortom, we hebben aansluitend bij denkbeelden van Simon behoefte aan meer en grotere problemen om innovaties te stimuleren. Dat lukt niet door een oorlog om olie te voeren in Irak. Wat dat betreft hadden de Amerikanen beter thuis kunnen blijven en hun middelen kunnen investeren in het ontwikkelen van alternatieve energiebronnen.
Op die manier zou het proces van schaarste rondom olie versneld kunnen plaatsvinden. Na gemiste kansen tijdens de oliecrises in de vorige eeuw had schaarste van olie er anno 2004 eindelijk eens voor kunnen zorgen dat mensen weer eens innovatief worden. Wat we nu doen is oorlog voeren om een schaarse grondstof zoals olie, die op langere termijn, dankzij innovatie, vervangbaar is.
De auteurs studeren politicologie aan de Universiteit Leiden.