Belaagsters Verdonk distantiëren zich van dreigtelefoontje
De twee vrouwen die minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie woensdag hebben besmeurd met ketchup, nemen nadrukkelijk afstand van een anoniem dreigtelefoontje aan het adres van de minister dat donderdag binnenkwam bij de redactie van RTV Noord–Holland. „Ze hebben part noch deel aan deze telefonische bedreiging", zo lieten advocaten L. Janssen en C. Zuur vrijdag weten.
De Amsterdamse politie is een onderzoek begonnen naar het telefonische dreigement. Een man die zei te spreken namens actiegroep Section Eight eiste daarin de ’ketchupactie’ tegen minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie op. De politie heeft dat vrijdag laten weten.
De beller gaf de minister bovendien twee weken de tijd het integratiebeleid terug te draaien, anders zou zij daarvan de gevolgen merken. Een concrete doodsdreiging uitte de man niet, maar hij sloot niets uit en refereerde wel aan de moord op Pim Fortuyn.
Volgens de advocaten zijn de twee vrouwen zeer verontwaardigd dat de beller verband legt tussen zijn dreigementen en de ketchupactie. „Ze hebben geen wetenschap over de persoon van de beller en evenmin over de genoemde actiegroep."
Verdonk werd woensdag in Amsterdam door twee vrouwen besmeurd met ketchup. De vrouwen zaten vast, maar zijn door de rechter–commissaris op vrije voeten gesteld, aldus een woordvoerder van het Openbaar Ministerie in Amsterdam. De twee kregen een dagvaarding mee en moeten zich volgende week voor de rechtbank verantwoorden voor hun actie.
Omdat de vrouwen weigerden een verklaring af te leggen, is hun identiteit niet komen vast te staan. Of de anonieme beller namens de vrouwen sprak of hen kent, is niet duidelijk.
LPF–fractievoorzitter Herben in de Tweede Kamer sprak er vrijdag schande van dat de twee vrouwen zijn vrijgelaten. „Het is onacceptabel dat ze niet in voorlopige hechtenis zijn gezet en dat er geen uitvoerig onderzoek is gedaan naar hun banden met de actiewereld en hun voorgeschiedenis." Herben zei aanwijzingen te hebben dat een van de daders een beruchte activiste is.
De ketchupactie doet Herben denken aan het taartincident met Pim Fortuyn. „Dat kreeg destijds onvoldoende aandacht van de AIVD, het werd afgedaan als een ludiek incident. Dat lijkt nu ook te gebeuren." Herben wil de verantwoordelijke ministers Donner (Justitie) en Remkes (Binnenlandse Zaken) naar de Kamer roepen voor tekst en uitleg.
D66–leider Dittrich vindt dat het Openbaar Ministerie „topprioriteit moet geven aan de doodsbedreiging" en dat de Algemene Inlichtingen– en Veiligheidsdienst er onderzoek naar moet doen. „De vrijheid van meningsuiting is in het geding. We moeten leren van de toestand rond Pim Fortuyn", aldus Dittrich.