Verslag jubileumconcert Peter Eilander Laurenskerk Rotterdam
Peter Eilander zou nog weleens in de St. Paul’s Cathedral in London willen spelen. Zaterdagavond 6 januari gaf hij een concert in de Sint-Laurenskerk in Rotterdam, ter gelegenheid van zijn 50-jarig jubileum als organist.
„De muziek centraal stellen, dat is het belangrijkste”, zegt Peter Eilander (60) na enig nadenken. Hij staat onder het grote Marcussenorgel terwijl hij door Johan van Arnhem wordt geïnterviewd. Eilander, die deze zaterdagavond zijn vijftigjarig jubileum viert met een concert in de Laurenskerk in Rotterdam, moest even nadenken op de vraag wat hij de naar schatting ruim 700 aanwezigen wil meegeven. „Stel de muziek centraal, niet de mens”, zegt hij dan. „Ik word weleens gevraagd om ergens een concert te geven waar je de organist kunt zien spelen via een videoscherm. Natuurlijk bewillig ik daarin, maar het liefst zit ik verscholen achter een rugwerk, onzichtbaar voor de mensen.”
Het andere dat hij de muzikanten –vooral organisten– onder de concertbezoekers op het hart wil binden, is dat ze moeten „studeren, studeren, en als je klaar bent met studeren ga je weer aan de studie.” Tegen de jongeren zegt hij: „Probeer te studeren en niet bezig te zijn met je telefoon of iPad. Die maken het moeilijk om je te concentreren. Maak ook tijd om muziek te beluisteren.”
Gedragen
Eilander –die in januari 1968 als tienjarige jongen zijn eerste kerkdienst speelde in de Tabernakelkerk in Vaassen– opent zijn concert zaterdagavond met inleidend koraalspel over het lied ”Ga met God en Hij zal met je zijn”. Zo’n lied past aan het slot van een concert, zou je zeggen. Maar Eilander lijkt ermee te willen zeggen: „Zo heb ik het gedaan, al die jaren. Zo ben ik gedragen.” Met een zachte achtvoeter laat hij de melodie horen, trekt een zestienvoet erbij en draagt het lied nogmaals voor. Dan een bewerking met als uitkomende stem de fluiten 8’, 4’ en 3’ en een zachte 32’ in de bas.
Twee stukken van Klaas Jan Mulder staan op het programma. Tijdens de tweede helft van het concert speelt Eilander Mulders ”De dag door uwe gunst ontvangen” met daarin verweven de melodie van het avondlied ”Blijf mij nabij wanneer het duister daalt”. Vóór de pauze speelt hij van Mulder de bewerking over het Te Deum-lied ”Grote God, wij loven U”, na de pauze ”De dag door Uwe gunst ontvangen”. De muziek van de Kamper organist lijkt eenvoudig, maar het is nog niet zo makkelijk deze muziek te spelen zoals Mulder het deed. De samenzang van ”Grote God, wij loven u” dreigt even spaak te lopen omdat er in het programmaboekje twee regels zijn verwisseld. Het publiek bestaat uit ervaren kerkgangers, want iedereen pikt de draad snel op.
Literatuur
Dan is het tijd voor de literatuur. De beroemde Toccata en Fuga BWV 565 van J. S. Bach krijgt van Eilander een voortvarende en feestelijke aanpak met veel tongwerken en de Bazuin 32’ in het pedaal. In de toccata maakt hij vrolijke echo’s op het bovenwerk en de snaterende tongwerken van het borstwerk. Ook in de fuga veel klankschakeringen.
Na een rustpunt met Mendelssohns ”Andante mit Variationen” komt Dupré op de lessenaar. Diens ”Variations sur un Noël”, een briljante reeks variaties over een kerstlied, is bijzonder complexe muziek. Alle lof dat Eilander het durft te spelen, maar foutloos vertolkt hij dit werk allerminst, vooral in de afsluitende toccata. Daar staat tegenover dat Eilander het Laurensorgel bij vlagen prachtige klanken weet te ontlokken, bijvoorbeeld in variatie 3, waar hij de wonderschone Open Fluit 8’ van het hoofdwerk laat horen tegen de strijkersklank van het bovenwerk.
Wat vindt Eilander het mooiste orgel, vraagt iemand uit het publiek. „Daar kan ik geen antwoord op geven. Als ik hier in de Laurens speel, denk ik: „Wat een machtig instrument.” Als ik in de Domkerk speel, vind ik dat weergaloos. Het orgel in de lutherse kerk in Den Haag is zo klankrijk en zangrijk. En dan heb ik het nog niet over orgels in Rouen, in de Saint-Sulpice en in Riga.”
Waar zou hij nog willen spelen? is een van de vragen vanuit de kerk. „In de Dom van Keulen, al heb je er een week voor nodig om op dat orgel thuis te raken. Of St. Paul’s Cathedral in Londen.”
Franse romantiek
Als iets zaterdagavond duidelijk wordt, is het dat Eilander van Franse romantiek houdt. Na de pauze komen de componisten van dit genre op de lessenaar. Het lijkt wel of de organist na het publieke interview wat meer op zijn gemak is, of dat hij zich in dit genre het meest thuis voelt. Hij zorgt ervoor dat de toehoorders zich in Parijs wanen met de eerste twee delen uit Symphonie 2 (Allegro en Choral) van Vierne en twee werken van Guilmant (Prière et Berceuse en de Final uit de Sonate 1). Vooral in de zachtere passages weet Eilander te boeien.
Een muzikale verrassing is er ook, want bij het Grand Choeur Dialogué van Eugène Gigout ontstaat er een echte dialoog. Zoon Jaap Eilander speelt passages op het transeptorgel, die zijn vader beantwoordt op het hoofdorgel. Dat is spannend, want je kunt zo horen hoe mager (en een beetje ontstemd) het transeptorgel klinkt ten opzichte van het veel breder geïntoneerde hoofdorgel.
Geen componist
Tijdens het interview had Eilander al iets bekend over zijn eigen composities. „Ik voel me geen componist. Doe niet te gewichtig over de muziek die ik schrijf, zoals aan het slot van dit concert Psalm 68. Ik kan niet tippen aan de muziek van bijvoorbeeld Dupré.”
De koraalfinale over Psalm 68 begint met een verzadigde klank van achtvoetsregisters, met onder meer de prachtige Quintadeen 8’ van het rugwerk. Een uitkomende Trompet laat de melodie horen, gevolgd door een dartele omspeling met de Cornet. Dan een toccata die uitloopt op samenzang van twee verzen van de psalm.
Het slotapplaus daarna duurt niet lang. Natuurlijk, het is vreemd om te applaudisseren nadat je net Gods lof hebt gezongen. Maar de bezoekers hebben vast ook gedacht aan een voorval dat Eilander eerder op de avond ophaalde. „Ik bezocht in de jaren zeventig met mijn ouders in deze kerk een zang- en orgelavond. Dominee Jac. van Dijk zou de avond sluiten. Wat hij zei heeft diepe indruk op me gemaakt. Hij zei: „Hier wordt niemand bedankt dan God”, en hij ging voor in dankgebed.”