Ineens mocht Kerst gevierd worden in hoofdstad Myanmar
In Myanmar wonen ruim 3,5 miljoen christenen. Ze zijn de tweede religieuze groep in het Aziatische land. Dat betekent echter niet dat zij bevoorrecht zijn. Ze mogen geen Bijbels importeren en niet evangeliseren. Met Kerst leek er echter een kentering te komen in hun situatie. „Christelijke koren zongen op straat hymnen en psalmen.”
Volgens een volkstelling uit 2014 zou Myanmar (Birma) ruim 51 miljoen inwoners tellen die behoren tot talloze verschillende etniciteiten. De regering van Myanmar erkent 135 etniciteiten, maar bepaalde groepen –zoals de Rohingya’s– worden niet erkend.
Volgens de genoemde volkstelling zou 6,2 procent van de bevolking in het land christen zijn. Andere studies stellen dat het christelijke aandeel van de bevolking in Myanmar 7 procent is. Dat betekent dat er minstens 3,5 miljoen christenen in het Aziatische land leven. Het christendom is hiermee na het boeddhisme de tweede religie in Myanmar. Dat betekent echter niet dat zij een bevoorrechte bevolkingsgroep zijn. Voor christenen geldt dat het buitengewoon moeilijk is om een regeringsfunctie te verwerven in het land. Ze kunnen verder ook niet gemakkelijk in dienst treden van het leger.
De christenen in Myanmar behoren tot een aantal etniciteiten met exotisch klinkende namen zoals de Kachin en Chin, die in het noorden van Myanmar wonen, en de Karen en Karenni, die je in oostelijk Myanmar vindt.
De in het christendom gespecialiseerde Italiaanse journalist Sandro Magister schreef in september, rond het bezoek van de paus aan Myanmar, op de website infovaticana.com een artikel met de titel ”Het gewelddadige gezicht van het boeddhisme”. Hij stelde dat het moreel juist is om Rohingya moslims te beschermen. In Myanmar echter „worden ook de christenen vervolgd. Het aantal kerken dat hier de afgelopen jaren werd verwoest is niet te tellen. Hele dorpen werden in brand gestoken en tienduizenden bewoners moesten vluchten.”
Mythe
Magister wees op het fenomeen van gedwongen bekeringen tot het boeddhisme en op het feit dat het in Myanmar niet toegestaan is om Bijbels en religieuze literatuur te importeren. Volgens Magister was het algemeen geaccepteerde idee van een tolerant boeddhisme een mythe.
Kardinaal Charles Maung Bo van Myanmar bezocht onlangs de Kachin, die in meerderheid christen zijn. Het leger van Myanmar is ook tegen hen een offensief begonnen en meer dan 120.000 christenen zijn door de strijd ontheemd geraakt. Ze worden opgevangen in 167 vluchtelingenkampen.
Het huidige conflict tussen de totale groep van de Kachin en het leger van Myanmar begon in 2011 en het einde ervan lijkt nog niet in zicht te zijn. De kerken werken hier nauw samen om te bemiddelen en de lijdende bevolking bij te staan.
Kerken in Myanmar hebben echter sinds het bezoek van paus Franciscus afgelopen najaar een positieve kentering ten opzichte van het christendom in hun land waargenomen. Dit was vooral te merken tijdens de vieringen van Kerst en het begin van het nieuwe jaar.
Yangon is de hoofdstad van Myanmar en alle christelijke communiteiten in deze stad lieten weten dat ze Kerst 2017 voor de eerste keer in 50 jaar publiekelijk hadden kunnen vieren. De regering van Myanmar had hiervoor heel specifiek toestemming gegeven. Van 23 tot 25 december werd er door de gezamenlijke kerken een bijeenkomst met diverse christelijke activiteiten georganiseerd. Het startschot hiervoor werd gegeven in de methodistenkerk, de Kerk van de Heilige Drie-eenheid, en eindigde in de rooms-katholieke kathedraal in de hoofdstad.
Kerst
Ook de premier van de regio Yangon en tal van andere politieke leiders gaven hier acte de présence. Het evenement kreeg hierdoor het karakter van een oecumenische viering met de boeddhistische meerderheid in het land. De autoriteiten zeiden tevreden te zijn en ze kondigden aan dat dit voortaan ieder jaar op deze manier georganiseerd moet worden.
Christenen in Myanmar waren verbaasd over de ontwikkelingen. Naw Nilar San, die lid is van een baptistengemeente in Myanmar, zei in een reactie dat ze in haar hele leven nooit zoiets had meegemaakt. „Overal waren christelijke koren op straat die hymnen en psalmen zongen. De christenen boden voorbijgangers voedsel en drank aan zonder aanzien des persoons.” Zou de overheid de verzoenende rol hebben ontdekt die christenen kunnen spelen in het verscheurde land?