Cultuur & boeken

Dr. H. de Jong: „Van Gogh heeft het christelijk geloof nooit helemaal de rug toegekeerd”

De kunstenaar Vincent van Gogh is blijvend beïnvloed door het boek ”De navolging van Christus” van Thomas a Kempis, meent dr. H. de Jong. Daarover schreef hij de studie ”Dat boek is subliem”.

Jan van Reenen
5 January 2018 12:49Gewijzigd op 16 November 2020 12:20

De auteur neemt een middenpositie in tussen hen die vinden dat het christelijk geloof in het leven en werk van Vincent van Gogh nagenoeg geen rol heeft gespeeld en hen die in bijna alle kunstwerken van Van Gogh religieuze motieven zien.

Dr. H. de Jong (1950) stond 25 jaar als hervormd predikant in Windesheim en kwam er als vanzelf in aanraking met de moderne devotie. In het ten zuiden van Zwolle gelegen dorp was vroeger een klooster van deze beweging, die wordt gezien als wegbereider van de Reformatie. Het voormalige klooster werd toen ds. De Jong in Windesheim stond ‘zijn’ kerk, waar hij wekelijks preekte.

Misschien wel de bekendste vertegenwoordiger van de moderne devotie was Thomas a Kempis (ca. 1380-1471), wiens boek ”De navolging van Christus” nog steeds grote bekendheid geniet. De predikant is het boek uitvoerig gaan lezen en behandelde het op de door hem opgezette gebedskring. In de loop van de jaren legde dr. De Jong een verzameling van diverse edities van het boek aan.

Toen hij zich er verder in verdiepte, kwam hij erachter dat de kunstschilder Vincent van Gogh (1853-1890) sterk door het boek beïnvloed was. De kunstliefhebber verwonderde er zich echter over dat daar zo weinig over bekend was. „En dat terwijl er in totaal meer dan duizend boeken over Van Gogh geschreven zijn.”

In zijn woning in Kampen, tegenover het station Kampen Zuid, waar hij sinds 2015 woont, geeft hij uitleg.

Hoe kwam Van Gogh aan het boek van A Kempis?

„Dat is onbekend. Hij noemde ”De navolging” voor het eerst in een brief aan zijn broer Theo in 1875, toen hij in Parijs was. Daarin gaf hij geen uitleg over het boek. Kennelijk ging hij ervan uit dat het bekend was. Het zal dus in de pastorie waarin Vincent opgroeide, aanwezig geweest zijn. Hij schreef de brief in een periode dat hij bijna al zijn vrije tijd doorbracht met het lezen van de Bijbel en ”De navolging”.”

Bleef hij ook daarna bezig met ”De navolging”?

„Aanvankelijk wel. Hij vertrok in 1876 naar Engeland en werd onderwijzer in Ramsgate en hulpprediker in Isleworth. In Richmond hield hij zijn eerste preek, over Psalm 119:19: „Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet.” In deze preek, die in zijn geheel in mijn boek is opgenomen, beschreef hij een pelgrim die vertrouwend op Christus door het leven gaat. Toen hij in 1878 als lekenprediker in de Belgische Borinage aan de slag ging, nam hij de oproep tot navolging wel heel letterlijk. Hij gaf zijn geld en zijn kleren weg, verpleegde mensen die ziek waren en leefde in armoede. Na een halfjaar kreeg hij geen verlenging van zijn contract. Het navolgen heeft zijn grenzen, daar komt iedere predikant achter. Van Gogh was in dat opzicht extreem consciëntieus.”

Neemt hij als kunstschilder afstand van het christelijk geloof?

„Je kunt wel zeggen dat hij toen afstand nam van het traditionele christelijke geloof, maar niet van het christelijk geloof als zodanig. Niet lang voor zijn dood, in een brief uit 1888, schreef hij aan de Franse kunstschilder Emile Bernard weer over het christelijk geloof. In die tijd maakte hij schilderijen met Bijbelse onderwerpen, zoals de barmhartige Samaritaan en de opwekking van Lazarus.”

Wat betekent het dat op laatstgenoemd schilderij Christus niet te zien is?

„Van Gogh vond dat hij niet in staat was om Christus te schilderen. Alleen Rembrandt en Delacroix konden dat, meende hij. Daarom liet hij de Christusfiguur weg. Het feit dat de zon te zien is en Christus niet, betekent nog niet dat Van Gogh iets zag in de oosterse mystiek.”

En dat schilderij met de Bijbel en het boek ”La Joie de vivre” van de Franse naturalist Emile Zola dan?

„Van Gogh heeft dat na de dood van zijn vader geschilderd. Het is opvallend dat de Bijbel openligt bij Jesaja 53, over de lijdende Christus. Uit het feit dat het boek ”La Joie de vivre” ervoor ligt, concluderen sommigen dat de Bijbel voor Van Gogh had afgedaan en dat de vreugde van het leven ervoor in de plaats gekomen is. Dat geloof ik niet, want het licht valt op de centraal gelegen Bijbel. Het boek van Zola gaat trouwens over zelfopofferende liefde.”

Maar het leven van Van Gogh toonde na zijn keus voor het kunstenaarschap toch wel een verandering?

„Het is inderdaad waar dat hij vanaf het moment dat hij begon te schilderen tot de tijd dat hij in de inrichting werd opgenomen niet zo veel met het christelijk geloof bezig was en dat hij niet afkerig was van drank en vrouwen. Van Gogh ging in Den Haag samenleven met de prostituee Sien Hoornik. Hij schreef: „Ik heb deze winter ontmoet een zwangere vrouw, verlaten door de man wiens kind zij in het lijf droeg. Een zwangere vrouw die in de winter op straat zwierf, haar brood moest verdienen, gij weet wel hoe. Ik heb die vrouw genomen voor model en met haar gewerkt de hele winter.” Het was duidelijk dat hij met haar samenwoonde. Van Gogh was geen heilige. Hij was in alles extreem.”

Had ”De navolging” invloed op zijn leven in zijn kunstschilderstijd?

„Veel momenten in Van Goghs leven werden gekenmerkt door zelfverloochening, doordat anderen steeds over hem beslisten en hij daar maar mee moest instemmen. Maar ook in zijn verering voor de Franse schilder Gauguin tijdens de periode dat ze in Arles intensief met elkaar optrokken, cijferde hij zichzelf weg. Kruis dragen heeft hij steeds gedaan, niet alleen in de Borinage, maar ook in de inrichting in Saint-Rémy waar hij was opgenomen. De navolging van Christus heeft hij gedurende zijn hele leven beoefend, al gebeurde dat misschien op een andere manier dan wij het zouden zien. Hij wilde door middel van zijn kunst troost bieden en zag schoonheid in het armzalige.”

Wat wilt u bereiken met uw publicatie?

„De biografen van de laatste tijd schenken geen aandacht aan de godsdienstige kant van Van Gogh of zien die als louter negatief. In ”De biografie Vincent van Gogh” van Steven Naifeh en Gregory White Smith uit 2011 wordt vooral gewezen op negatieve aspecten van het christelijk geloof bij de kunstenaar, zoals de neiging tot zelfkastijding en een bovenmatig schuldgevoel. In ”Van Gogh en zijn weg” van Jan Hulsker uit 1977 wordt het godsdienstige element gebagatelliseerd. Het komt erop neer dat de huidige biografen de godsdienstige betrokkenheid van Van Gogh als een tijdelijke en niet zo positieve zaak beschouwen.

Aan de andere kant staan mensen als emeritus hoogleraar godsdienstwetenschap Anton Wessels die vinden dat Van Gogh ook als kunstschilder evangelist is gebleven. Ook zijn er mensen die zeggen dat in het schilderij ”De aardappeleters” eigenlijk de viering van het heilig avondmaal bedoeld is. Zo zou ook ”De zaaier” een Bijbelse betekenis hebben. Daar zijn echter geen aanwijzingen voor en Van Gogh schrijft er zelf niet over.

Mijn boek wil een tussenweg bieden tussen hen die Van Gogh een christelijke schilder vinden en anderen die menen dat hij als kunstschilder volledig afstand heeft genomen van het christendom. Van Gogh was geen heilige, maar hij heeft het christelijk geloof ook niet geheel de rug toegekeerd. ”De navolging van Christus” heeft hem blijvend beïnvloed.”

Boekgegevens

Dat boek is subliem. Vincent van Gogh over De navolging van Christus, dr. H. de Jong; uitg. Kok, Kampen, 2017; ISBN 978 90 435 2908 2; 128 blz.; € 21,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer